Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Neen, mijnheer, wij van T. zijn een eerbaar en ordelijk volk; een volk van katoenspinners en garentwijnders, van landbouwers en veehoeders. Van de weinige hartstogten, die ons kwellen, genezen wij ons door een overvloedig gebruik van mout-extrakt, en onze eenige eerzucht is, de liberaalste stad van Nederland te zijn of daarvoor door te gaan.

»Maar wij willen door deze veehoeders, die misschien wel eenige bekwaamheid bezitten, om de Kaffers af te ranselen, niet uitgeplunderd en uitgezogen worden.

Dit wapen, dat in een geoefende hand, voor den vijand zoo gevaarlijk kan worden, is niet, zooals velen denken, uitsluitend Amerikaansch. Alle Nomaden-volken, die veehoeders zijn, gebruiken, ieder op hun manier, een lasso van hun model. Met hun werpriem of koord vangen zij ieder rund uit de kudde, dat zij willen hebben. Hun worp treft even zeker als de kogel van den besten schutter.

George, de schutspatroon der kudden, is bij hen de grootste en meest gevierde heilige van den kalender. De Walachysche bergbewoners en veehoeders trekken met hunne kudden de wereld diep in. Zij gaan met hunne kudden tot ver in Turkije, waar zij op den Balkan dreven en weiden bezitten, waarop zij het recht van grazen hebben.

Hette verzond hy, om Voogd te zyn over de Katten, een volk in Duitschland, dat naar zynen naam nu noch Hessen genaamt word. In den jaare 300, wanneer 'er verschil onder de Veehoeders ontstond, zyn de Saxen, by gemeenen raade, van hun gescheiden: en, op de Elve aangekomen zynde, hebben zich aan geen zyde, dat nu Noordballingen is, nedergeslagen.

De weinige duizendtallen vrije Amerikanen, die het bewonen, zijn echter geen vreedzame landbouwers en veehoeders, maar bestaan uit benden vereenigd gespuis, vagebonden, paardendieven, desperados en voortvluchtige misdadigers, die uit alle hemelstreken de wijk derwaarts hebben genomen.

Aan het veehoeders- en veehoudersbedrijf danken de geslachtsnamen Herder, De Herder, De Harder, Den Herder hunnen oorsprong. Zoo ook Schaper dat is schaapherder; en Scheper met het patronymikale Schepers. Immers noemt men in onze saksische gewesten den schaapherder scheper. Het woord schaper of scheper is de nederlandsche weêrga van het hoogduitsche woord Schäfer.

De menschen hielden hem reeds voor "betooverd," toen een walgelijke lucht, die zich uit het naburige bosch verspreidde, de aandacht van een paar veehoeders trok; ze gingen erop af en vonden den ouden man reeds in staat van ontbinding aan den tak van een baliti-boom hangen.

»Zullen wij, vrije mannen, ons laten ringelooren en tyranniseeren door de Boeren?" »Weg met hen!" werd er geroepen. »Wat zijn de Boeren anders dan een troep veehoeders, wier hoogste beschaving bestaat in een zweep, een os en een stuk spek?" ging de voorzitter voort. Men schaterlachte.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek