United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar staat hij!" sprak Tromp en wees op den ouden matroos, die nog altijd bij Leinsz. stond. In een paar stappen was Witte bij hem, tikte hem op den schouder en zeî: "Dag Huib Maerlant!" "Dag, heer Ammiraal!" antwoordde Huib ontroerd. "Nou, waarom zeg je nu niet als voor een goede veertig jaar: "Leelijk Kregel Mennonietje?" Huib zweeg. "Jawel, nou denk je zeker dat ik je dat inpeperen zal!

"Ja," hervatte Huib, "gelezen is niemendal, je moet het gezien hebben, zooals ik het gezien heb. Met De With werd ik naar 't Vaderland gezonden om de gekwetsten en den behaalden buil over te brengen en om versterking te vragen. Toen heb ik het met mijne eigen oogen gezien, dat er te Rotterdam op één dag meer dan honderd matrozen zich aanmeldden.

Wij stonden met groote oogen te kijken en Witte had er zooveel pret in, dat hij dadelijk zijn buis op den grond smeet en zeî: "Wil-je, zeg, wil-je? Allebei te gelijk, kom maar op!" "Neen, Witte, we willen niet vechten! Zeg ons maar hoe 't in Den Briel is!" zeide Marten. "o Goed, goed! 'K heb gisteren je moeder nog gezien, springlevend maar een weinig treurig. Jou vader en moeder zijn dood, Huib!

ACADEMIE-KALENDER VOOR 1912. Onder leiding van HUIB LUNS ontworpen, geteekend en uitgegeven door Leerlingen van den Dagcursus der Rotterdamsche Academie v. Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. In drie kleuren gedrukt. Practische, rijk versierde maandkalenders. Prijs f

Zoolang Huib nog niet aanwezig was, vertelde Jonge Kees alles wat de oude man hem den vorigen dag verhaald had. De matrozen waren dus redelijk op de hoogte der geschiedenis en luisterden met ingespannen aandacht naar hetgeen Huib thans ging mededeelen. "We hadden gedurende die twee jaren niet veel anders gedaan dan geluierd," zoo vervolgde de verteller.

Meester gaf hem de hand en schreiënde verliet Marten het schoolgebouw. Ook ik stak de hand uit en de oude man weigerde niet deze aan te nemen; maar hij draaide mij niet naar het licht; hij legde zijne hand ook niet op mijn hoofd; maar zeî alleen: "Kom over een paar jaar eens bij me terug dan zal ik ook uwe toekomst voorspellen!" Hij drukte mij flauwkens de hand en sprak: "Dag, Huib!

"Goeden morgen, vrouw Lanoy! Is je dochter thuis?" "Ik en weet niet, ik, mannen, mijne dochter.. maar.." De dochter had evenwel de stem van Huib gehoord en kwam uit het schuurtje, dat bij de achterdeur was, in haar werkpak te voorschijn. "Dag Huib! dag Jonge Kees!" zeî ze.

"Wel, wel, dat 's verschrikkelijk!" "En as ze me noe is doodschiete, wat zal m'n meutje dan jule!" 'T was of de kerel gek werd zoo stelde hij zich aan; hij zette een mond open als een bakkersoven en huilde als een wervelwind. Eindelijk kwam onze Schout bij Nacht ook aan en toen hij mij zoo zag gieren van het lachen, zeî hij: "Dat moet je niet doen, Huib!

Onderwijl ik in ons schuurtje ging om eenen zak te halen, hoorde ik een geweldig gejoel op straat. De bovendeur werd open gedaan en de stem van mijn vriend Marten riep: "Moeder Maerlant, mag Huib zich wat met ons buiten de poort gaan vermeien?" "Huib moet eene boodschap gaan doen op den Hoogendijk, Marten!" "Top, dan gaan wij met hem mede! Eene frissche wandeling op zulk eenen schoonen dag!"

Toen ik viel, ging je het mij allen nadoen, net als de schapen.» »Laten wij het overdoenstelde Karel voor. »Ja, overdoen! Overdoen!» »Maar niet allen vlak achter elkaarzei Huib. »Dat spreekt van zelfzei een ander. »Een ezel stoot zich niet tweemaal aan denzelfden steen