United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


En, wat ik zeggen wil, moet er nog iemand kippenvoêr? Niet? Nu, gaat dan maar heen en bedrijft uw zondig spel tot de Baljuw je voor je straf achter slot en grendel zet!" Zeide moeder De With en haar zoontje in huis trekkende, deed ze de deur toe. "Leve Reinier Claessensz. en het "Kregelige Mennonietje!" schreeuwde een der jongens, en zijn uitroep werd door allen krachtig herhaald.

"Neen, ik en mag niet vechten; ik kom maar kijken!" sprak Witte. "Nu, als je ons dan maar niet in den weg loopt, dan is het minder," zeide ik. "Hier, ga daar maar staan en pas dan op mijnen zak met kippenvoer!" "Kogels maken, jongens, kogels maken! We nemen de doeken van onze stokken af en vullen die dan met zand! Wie zal er Claessensz. zijn?" riep Marten.

Twee kampioenen, de beide bazen van het spel, Reinier Claessensz. en Fiasciardo, rolden arm in arm van boven neer en vielen met hun beiden op mijnen zak met kippenvoêr, die heelemaal berstte. Onder het worstelen van die twee kreeg de zak een schop, dat hij een heel eind verder in het water terecht kwam.

"Leve Reinier Claessensz!" klonk het uit den mond der anderen. "En weet ge wat we nu gaan doen, Huib?" vroeg Marten. "Neen," antwoordde ik. "Nu, gaan wij naar den Burgheuvel te Oostvoorne om daar zeegevechtje te spelen! Ga-je meê?" "Ik en kan niet! Ik moet om kippenvoêr bij Cornelis Wittensz. De With en vóór den noen thuis zijn!" antwoordde ik. "Bijlo, alsof dat niet en kon! 'T is nu acht uur.

Hij bleef den Spaanschen Koning getrouw, totdat hij in 1574 in den Waterslag bij Hoorn gevangen genomen werd, en daar in de gevangenis van verdriet en ergenis stierf. Zijn zoon was in Den Briel gebleven en was een zoo heftig vijand van den Spanjool als zijn vader een groot vriend. "Maar wat is er toch met dien Reinier Claessensz. voorgevallen?" vroeg ik. "Jongens, hoort ge 't?

Door eenen fellen storm werden echter zes schepen van de vloot afgescheiden; de "Vice-Ammiraal Reinier Claessensz. was aan boord van een der zes. Bij kaap Sint Vincent gekomen ontmoetten ze acht zwaar gewapende Spaansche galjoenen, onder bevel van den laffen zoutdief Fiasciardo.

Ze kozen allen het laatste en na een kort gebed tot onzen Lieven Heer stak Claessensz, zelf den brand in 't kruit en ... vloog toen met de zijnen in de lucht. Twee er van zijn half dood in de handen van den vijand gevallen. Die moeten dat zeker verteld hebben! Hoe vind-je 't, Huib, mooi, ?" "Ja, mooi, mooi!" riep ik en schreeuwde: "Leve Reinier Claessensz!"

"Gijlieden zijt even oud!" "En is Huib mijn vriend niet?" hernam Marten. "Ja, dat is hij!" antwoordde Simon Van Duvenvoorde. "Hij krijgt op de school al de klappen, die gij verdient!" "Dat is niet waar!" zeide Marten. "Gisteren nog heeft de meester mij een striem gegeven, dien ik nog voel! Maar wie heeft jelui het geval van onzen Claessensz. verteld?" "Dat hebt gij gedaan!" sprak Gerrit.

Bij het Gasthuis gekomen hieven wij een gejuich aan, dat al de oude en zieke luiden vast van schrik moeten opgesprongen zijn, en draafden in eenen stevigen draf de Zuidpoort uit. "Hei, jongens, een liedje ter eere van onzen Reinier Claessensz!" riep nu op eens Simon, de jongste zoon van onzen Baljuw Dirk Van Duvenvoorde.

"We zullen er om trekken!" antwoordde Simon Van Duvenvoorde. "Hier, Witte, onderwijl wij kogels maken, moet gij twintig stokskens snijden, maar een moet er bij zijn, dat langer is dan al de andere. Wie het langste trekt, die is Reinier Claessensz. en mag vijf andere jongens voor zijne matrozen kiezen!" Eerlijker kon het niet!