United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Al sinds den morgen worstelt hij zoo met den dood," sprak de visscher, "en ge moogt wel een zwaard gebruiken, zoo ge hem wilt doen sterven. Dat is voedsel voor u, bijlo! gij kunt er u aan vergasten." Ze wendde haar trotsch gelaat naar hem, en sprak: "Mijn is deze visch. Wat de prijs zij, ik zal er u voor betalen. Of beter " en ze opende haar beurs 't. Goud viel op de straat. "Dat is voor u."

"Leve Reinier Claessensz!" klonk het uit den mond der anderen. "En weet ge wat we nu gaan doen, Huib?" vroeg Marten. "Neen," antwoordde ik. "Nu, gaan wij naar den Burgheuvel te Oostvoorne om daar zeegevechtje te spelen! Ga-je meê?" "Ik en kan niet! Ik moet om kippenvoêr bij Cornelis Wittensz. De With en vóór den noen thuis zijn!" antwoordde ik. "Bijlo, alsof dat niet en kon! 'T is nu acht uur.

Wat zou ik als een banjer pragchen! Hoe liefelijk zou Trijntjen lagchen, En, arme deern, mij dra verliezen! 't Had dan uit juffers maar te kiezen. De Oom "Het geld," zoo sprak de vrome man, "Behoort den regten erven, Jan! En wie dies zalig sterven wil...." Wel, waarom niet een codicil? De Neef Bijlo! wanneer mij dat wou lukken, Zei ik; "adie mijn guitentsukken!" En zou, wie had het kunnen droomen?

Het gezang houdt ineens op en een stoere varensgezel van ongeveer zeventien jaar snelt op den eenzamen wandelaar toe en roept: "Huib, Huib, waar jij heen?" Huib kijkt op en ... "Bijlo, kwâjongen, je laat me schrikken. Waar kom-je vandaan, Jonge Kees?" "Wel, ik ben eens even naar Vlieland geweest en op zee ben ik overgestapt op eene visschersschuit van Maassluis! En waar gaat gij heen?"

"In mijn vel en als ik er uit kom dan ben ik niet wel, ouwentje," hoorde men spottend van achter de boot roepen. "Bijlo, jij zult me daar ook veel zien, ja! ge staat me daar achter die boot te koekeloeren, als een bakker in den oven of de maan niet rijst!" zeide de oude matroos eenigszins ontevreden.

Weder ledigde Willem den beker in éénen teug, Jan de Berghes in drie. "Hahaha! ge zijt voorzichtig ... ge ziet, dat ge met een vermaard' drinker hebt aangebonden, en daarom vreezen wij voor u. "Het zal anders komen dan ge denkt," hitste jan. De schoone Isabella lachte. "Ons dunkt, dat onze gemaal zal winnen." Met schorre stem antwoordde Willem: "Bijlo! dat zijn goede woorden.

Na dien tijd waren we daar niet geweest, en nu had Trijn de jongens er zeker op afgestuurd om mij te halen. "Ken je die vuile, gelapte borsten, Huib?" vroeg Marten. "Of hij ze kent?" sprak schipper Hein, die stillekens achter ons gekomen was, "of hij ze kent, Marten? Bijlo, het zijn zijne beste vrienden! Niet, Huibje?" ", Huib! Huib! Huib! Kom-je?" klonk het van den wal.