United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Leve Reinier Claessensz!" klonk het uit den mond der anderen. "En weet ge wat we nu gaan doen, Huib?" vroeg Marten. "Neen," antwoordde ik. "Nu, gaan wij naar den Burgheuvel te Oostvoorne om daar zeegevechtje te spelen! Ga-je meê?" "Ik en kan niet! Ik moet om kippenvoêr bij Cornelis Wittensz. De With en vóór den noen thuis zijn!" antwoordde ik. "Bijlo, alsof dat niet en kon! 'T is nu acht uur.

De arbeiders zouden ons dat wel verleerd hebben. Onderwijl wij nu stonden te beraadslagen wat we doen zouden en hoe ik mij tegenover mijne moeder verantwoorden zou, sloeg de torenklok twaalf uren. "o Wee, daar is 't al noen, en nu vind ik bovendien nog den hond in den pot!" riep ik. "Mijn kippenvoêr weg, geen eten, en morgen misschien Wittes vader bij ons aan huis!

Ik moet op het huis passen, zie-je, dat moet ik! En als je me plaagt dan ga ik schreeuwen!" "Wat moet jeluî hier doen, bengels?" vroeg eensklaps eene vrouw, die van achter het huis kwam, "Komt gijlieden mijn arm jongske weer plagen?" "Neen moeder De With, ik kwam twee maten kippenvoer halen," zeide ik en liet haar mijne penningen en den ledigen zak zien.

"Neen, ik en mag niet vechten; ik kom maar kijken!" sprak Witte. "Nu, als je ons dan maar niet in den weg loopt, dan is het minder," zeide ik. "Hier, ga daar maar staan en pas dan op mijnen zak met kippenvoer!" "Kogels maken, jongens, kogels maken! We nemen de doeken van onze stokken af en vullen die dan met zand! Wie zal er Claessensz. zijn?" riep Marten.

Als het sneeuwt, laat hij zich niet zelden onbekommerd door de vlokken bedekken en lijdt er geen schade door. Wanneer men hem meer vrijheid laat, toont hij zich niet veeleischend en is met gewoon kippenvoer tevreden; trouwens gedurende zijne wandelingen over het erf en in den tuin zoekt hij een groot deel van zijn voedsel zelf.

En, wat ik zeggen wil, moet er nog iemand kippenvoêr? Niet? Nu, gaat dan maar heen en bedrijft uw zondig spel tot de Baljuw je voor je straf achter slot en grendel zet!" Zeide moeder De With en haar zoontje in huis trekkende, deed ze de deur toe. "Leve Reinier Claessensz. en het "Kregelige Mennonietje!" schreeuwde een der jongens, en zijn uitroep werd door allen krachtig herhaald.

Het regende kippenvoêr en dat, wat nog in den zak gebleven was, kon niet meer gebruikt worden, want het was doornat en vol modder en kroos. "Dat is jou schuld, krabbelaar!" riep ik. "Jij hadt er op moeten passen! 'T is jou schuld en jij zult me twee maten kippenvoêr en eenen nieuwen zak teruggeven!" "'T is mijn schuld niet!

"'K moet kippenvoer gaan halen!" Moeder kwam aan de deur en riep ons toe: "Voor den noen terug, hoor! Heb-je't verstaan, Huib? Als ge er niet en zijt, dan vindt ge den hond in den pot!" Ik zeide "ja!" doch mijn antwoord ging onder al het gejoel verloren. Zingende, springende, lachende en snappende ging het langs de Voorstraat naar de Zuidpoort.

Dat is allemaal jou schuld, Marten! Jij hebt mij meê getroond!" "Ja, Martens schuld!" herhaalden de overigen, die graag zich wilden voordoen, alsof ze aan het geheele geval part noch deel hadden! "Ik weet wat, jongens, ik weet wat!" sprak Marten, die erg in den knoei zat. "Wij zullen allen uit onze zakduiten wat bijpassen en nog eens twee maten kippenvoêr halen!"

We gaan eerst naar den Hoogendijk om kippenvoêr te koopen. Daar heb-je geen vijf minuten voor noodig. Dan gaan wij voorbij De Tinte en langs den Ruyghendijk naar den molen. Als we daar zijn dan kunnen we in een omzien langs den Voorweg op den Burgheuvel zijn!" sprak Marten. "Neen, langs den Rick, den Konnewegh en Langenwegh is het nader!" meende Willem Hugensz.