United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude torenklok had men ondertusschen bijna vergeten; dat zij nog eenmaal naar den smeltoven zou moeten gaan, was vooruit te zien, en wat zou er dan wel van haar worden?

Zij zaten elkander zwijgend en vriendelijk aan te kijken, de torenklok sloeg met ernstigen klank. Eindelijk stond Simon op, zeide dat Tamalone toch een zonderling man was en blies de pit uit.

De lichten in de winkels konden nauwelijks door den zwaren mist heendringen, die elk oogenblik dikker werd en straten en huizen als in een somber lijkkleed hulde; dit deed de vreemde plek Oliver nog vreemder toeschijnen en maakte zijn angst nog drukkender en verschrikkelijker. Ze hadden enkele schreden gedaan, toen een torenklok met lagen klank het uur sloeg.

Ze schrokken plotsling op.... 't Was bijna heelemaal donker; dof sloeg, ergens ver, een torenklok zes uur.

Toen werd van alle zijden op arme Chris losgerammeid, de nul van 'n meid, de sukkel die 'n deftige familie op de tong bracht, de stommerik die niet begrijpen kon, dat meneer en mevrouw en de juffrouw 'n luchtje geschept hadden, wat Kobus bezwoer.... Boven liep meneer verwoed op en neer. De torenklok bimde, bamde over 't al slapend dorp.

Op zijn bed lag hij wakend met gesloten oogen; het venstertje liet de nachtkoelte in, schreden die in de straat haastig voorbij slopen of het geluid van de torenklok leidden bij wijlen zijn gedachten af. Hij wist geen raad.

De klok werd ver weggebracht, verder dan men haar van haar vroegeren hoogen toren af ooit had kunnen hooren; en de jonkman? Ja, de klok in zijn borst klonk verder dan zijn voet ooit zou wandelen, zijn oog ooit zou zien; zij luidde en luidt nog aldoor over den oceaan, over de gansche aarde heen. Maar bepalen wij ons voorloopig tot de torenklok!

Doch de jongeling had te veel gehoord en werd nu door de nieuwsgierigheid aangezet om te blijven waar hij was. "Het is alles gereed, omnia parata sunt," vervolgde de Predikant: "de dwingeland kan den strik niet ontkomen." "Van welken dwingeland spreekt gij toch?" vroeg de onbekende, haastig. Op dit oogenblik sloeg de torenklok acht uren.

Hij kwam niet meer boven. Zwemmen kon hij niet al te best. Bovendien scheen hij zich vrijwillig over te geven, het hart gebroken door onze ruïne en door den dood van al de onzen, die hij niet wilde overleven. De torenklok sloeg twee uur in den morgen. De nacht ging eindigen, die verschrikkelijke nacht vol doodstrijd en tranen.

Slechts de jongste dochter had deernis met hem, maar vermocht den vloek niet meer te bezweren, die zich ging ontladen over het misdadig slot. Daar doet de torenklok twaalf doffe slagen weerklinken...en het kasteel zinkt weg in de diepte.