Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Maar plotsling aarzelde hij, angstig, en hield op ... en staarde naar zijn doek met doffen schrik die groeide.... God! God!
Toch, nog even voor ze er waren, in het dorp van Paul ze kwamen, in den mane-mist al nu en dan wat langzaam gaande, nachtlijk-mompelende menschen tegen had Annie een oogenblik van plotsling angstige gejaagdheid.
God!... al over vier dagen.... Ze schrok er plotsling van.... Een angstgevoel bonsde dof op in haar keel.... Dan geen gedachten aan Paul meer!... Over vier dagen.... vier dagen ... vier dagen....
Wat moest ze nu doen?... Ze wist niet of Paul van haar hield.... Ze hoopte ... ze geloofde!... maar ze wist niet.... Waarom was hij zoo plotsling weggegaan ... en toch nog even, ter sluiks, gekomen in de comedie!... Waardoor was hij dien avond van 't bal, zoo driftig, zoo hevig bewogen geweest..., en al vroeger eigenlijk ook, al dadelijk na de receptie.... Waarom? als 't niet was, dat hij van haar hield?... Tóch....
Soms stond hij plotsling stil, blikte om zich heen en naar den hemel op, met diepe zuchten.... Hij kon het nog niet aan, zijn nieuw geluk.... Hij was beklemd van dankbaarheid, genot en liefdevolheid.... Nooit had hij zóó het leven liefgehad.
Toen lei ze de guldens uit op haar bed, en stopte ze één voor één in haar portemonnaie en die in haar zak.... Ze hield telkens den adem in, luisterend, want ze werd nu angstig, dat ze toch plotsling leven zou maken ... en er iemand zou komen.... Iets anders meenemen nog?... Nee, nee ... o! als ze maar weg was!... Nu brandde de grond, de minuten kropen.... Eén plicht had ze nog.
's Avonds aan tafel was hij ongewoon praat-lustig, schitterden zijn oogen.... Maar, bijna plotsling, viel hij op z'n stoel in vasten slaap, 't hoofd op de borst, de armen langs z'n zijden, slap neer.... Van Biesen nam een van zijn polsen in z'n hand, aandachtig.
In dat huis waren toen ook die vreeslijke dagen gekomen storm-dagen met grauwe kou waar hij zoo dikwijls aan denken moest.... Negen jaar was hij toen.... Papa was weer naar "het Zuiden" gegaan ... en, plotseling, was hij daar gestorven..., heel onverwacht-gauw en plotsling ... vèr-weg ... en heel alleen.... Hij had het eerst niet willen gelooven, herhalend, in huilend roepen, dat het niet waar was, dat het zoo in-eens niet kon, zoodat ze 't hem eindlijk hadden moeten laten lezen in een brief.... O! Hij wist het alles nog precies: hoe hij toen had liggen huilen op den grond in de voorkamer, z'n gezicht in den voet van 't gordijn, en 't gevoeld had als een vreeslijke wreedheid en schande, dat zij met hun drieën daar maar geleefd hadden, en gelachen zeker ook wel, terwijl z'n vader ver-weg, alleen, lag te sterven.... Hij had z'n moeder niet durven aanzien, want die was de ergste...; waarom was ze niet meegegaan?... en den vorigen dag nog had ze met tante Marie over papa gefluisterd op een oneerbiedige manier.... Maar zelf had hij toch ook veel schuld, want hij had immers zoo dikwijls in 't geheim verlangd, dat er eens wat gebeuren zou, iets groots, iets waardoor alles anders worden zou.... Daar was het nu!...
Het werd haar onmogelijk nu zich ook maar eenigszins rekenschap te geven van al de gedachten en gevoelens, die plotsling druk woelend bevolkten haar overvol hoofd, haar zwellend gemoed.
Maar als nu in 't Oosten Het zonnetjen daagt, Zijn plotsling de beelden En droomen verjaagd. De muildieren trapplen; 't Woelt alles dooréen De bende is verdwenen! Wie zegt u waarheen? Door de Afrikaansche lucht gezengd, Marcheert een oorlogsdrom: 't Zijn Vreemden, bont dooréen gemengd, Vergaderd van alom.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek