United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


De eerste belegering van Leiden had geduurd van den 31en October 1573 tot den 21en Maart 1574, op welken dag de belegeringstroepen naar de grenzen waren geroepen, om die tegen Lodewijk van Nassau te beschermen. Groot was de blijdschap der Leidsche burgers, toen zij de Spanjaarden zagen aftrekken.

Het is ons genoeg te weten dat het huis, waartoe ook de poort behoorde, in 1574 bewoond werd door PIETER ADRIAANSZ. VERMEER, of zooals hij meer bekend is VAN DER WERFF, Leidens fieren burgemeester, een van die krachtige heldengestalten onzer historie, welke het begrijpelijk maken hoe het kleine handelsvolk zich, met goed gevolg, tegen het machtig Spanje kon verzetten, eene figuur die met JOHAN VAN DER DOES en JAN VAN HOUT een drietal uitmaakt, dat bij het nageslacht zal leven, zoolang Nederland zich zijne groote mannen herinnert.

De plaats werd in 1574 geheel ontmanteld; de bewoners, verarmd en ontmoedigd als zij waren, verlieten de sombere plek, die steeds door overstrooming bedreigd werd; de regeering der plaats deed vrijwillig afstand van den rang der stad, die niet meer onder de vijf goede steden verscheen op de statenvergaderingen der provincie, en er bleven slechts enkele visschershuizen over in de verlaten stad, een ruïne te midden der golven.

In 1569 kwamen daar de tooneelspelers der Koningin en van den Graaf van Worcester, in 1573 die van den Graaf van Leicester, in 1574 die van de Graven van Warwick en Worcester, in 1577 die van de Graven van Leicester en van Worcester, in 1579 die van Lord Strange en van den Graaf van Essex, in 1580 die van den Graaf van Derby, in 1587 die der Koningin.

Daar gelijktijdig ook de noordelijke zeeweringen dezer provincie werden hersteld, zoodat er in 1574 enkel aan die van West-Dongeradeel van 12 tot 1500 man werkten; daar er ook omtrent de zuidelijke zeedijken schikkingen tot verbeterd onderhoud werden gemaakt, en vermits de naam van het Caspar-Robles-diep nog aanwijst, dat dit kanaal, tusschen het Bergumermeer en de Lauwers, ter bevordering eener betere gemeenschap met Groningen, door hem mede is tot stand gebragt, zoo zien wij in dit alles met genoegen de blijken van hetgeen de standvastigheid en welberaden moed van ROBLES binnen zoo weinige jaren in Friesland tot duurzaam heil des lands mogt tot stand brengen.

Noircarmes, die den 4en Maart 1574 te Utrecht, waarschijnlijk ten gevolge van vergif, gestorven was, had hem gezegd, dat de prins van Oranje gemakkelijk tot vrede en verzoening zou over te halen zijn, indien men hem voor zijn persoon volle vergiffenis toestond.

Is het te verwonderen, dat het volgend jaar, toen door den Prins hulp werd gevraagd om Haarlem te ontzetten, vele stadgenooten, onder wie ook de latere beroemde Oldenbarnevelt, optrokken; dat ze in 1574 zonder morren hun stad voor een deel onder water zagen zetten, toen dit door de in den Maasdijk gemaakte gaten binnenstroomde?

Gij hebt natuurlijk reeds ontdekt dat in het middenvers, zoowel de 131 dagen van het beleg, door het getal letters, als het jaar 1574, door de daarin voorkomende kapitalen zijn aangeduid, en naar ik vertrouw, genoegzame aandacht overgehouden voor het vers uitgehouwen boven de poort die naar het politiebureau voert en dus luidende: Indien Gods goetheyt u brengt voort Gheluc en spoet, niet trots t' gemoet Maer neer wil dragen.

Na het ontzet van Leiden in 1574 werd het oorlogstooneel, dat steeds in de Noordelijke Nederlanden geweest was, zuidelijker verplaatst. In twee opzichten is dit voor de Noordelijke steden ook voor Rotterdam van groot belang geweest. Nu toch konden handel, scheepvaart en industrie, die voor een goed deel verloopen waren, zich weer herstellen van de toegebrachte slagen.

Een der pilaren draagt het wapen der VAN DUIVENBODES, wier naam denken doet aan de diensten door hen en hunne vogels in Leidens tweede beleg bewezen, en die herinnering brengt ons den derden October van het jaar 1574 voor den geest, toen de psalm der verlossing in dit bedehuis weerklonk en eene blijde schare hing aan de lippen des predikers, die de gemeente in den gebede voorging en God, met haar, voor de verkregen uitredding dankte.