United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Houd jij je mond!" riep de Juffrouw boos, en zij trok nog harder aan Jantjes arm. Jantje viel half de bank uit, en Kareltje volgde zijn voorbeeld. "O Juffrouw, mijn been! Mijn been zit vast!" "'t Kan me niets schelen, vooruit bengel!" riep de Juffrouw. Maar Jantje kon niet verder. Het blok aan zijn been was te zwaar, en de Juffrouw begon eindelijk te begrijpen, wat er aan de hand was.

Nu, het kon ook waarlijk geen kleinigheid heeten, dat fee Goed-Hart, wier bezoek ieder zich tot zoo'n hooge eer rekende, ontevreden van hier vertrokken was, niettegenstaande men alles in 't werk gesteld had, om haar een schitterende ontvangst te bereiden! Deugniets vader zette zijn hoed op en liep wrevelig de deur uit, met de woorden: "die bengel heeft ons voor allen tot schande gemaakt."

Een uur of drie nadat dit alles gesproken was, liep Frits Sahlmann, die bengel, door de straten der goede stad Stavenhagen en riep: "Zij komen, zij komen!" Hij had op den molenberg al twee uren op post gestaan, en mijnheer de baljuw had in dien tijd wel zeven maal hem gescheld en was op 't laatst van knorrigheid naar mijne moeder gegaan. "Zij komen!" riep de bengel.

Hoe komt die nare Robert er toe, om die torren naar ons te zenden? Maar wacht, ik zal hem een brief schrijven, die hem niet bevallen zal, dien stouten bengel. Mientje, spoedig, zeg dat de kruier direct moet komenMaar dat was niet noodig, want op dit oogenblik werd er gescheld. »Ha, dat zal Pieter zijnriep Mevrouw verheugd uit. »Hij zal ons misschien wel van die beesten kunnen verlossen

»Maar dominee, ik ik ik» stotterde Bob. »Ik was een ondeugende bengelwil je zeker zeggen, niet waarviel de dominee hem in de rede. »Daarom juist ga je mede naar de pastorie, waar ik je zulke streken wel zal afleeren.» »Maar dominee, ik ik beloof u....» »Belofte maakt schuld, Bob! Beloof daarom niet lichtvaardig, wat je niet van plan bent te volbrengen

De een vertelde, dat Deugniet hem met een steen had gegooid, toen hij op zekeren dag voor zijn deur een luchtje stond te scheppen, de ander, dat de bengel, na die hevige regenbui van laatst, met opzet in een grooten plas had staan dansen, om de voorbijgangers met modder te bespatten; de melkvrouw zei tegen ieder, die 't hooren wou, dat ze er voortaan wel voor zou oppassen, hem in de buurt van haar blankgeschuurde emmers te laten komen verbeeld je, onlangs had hij er uit baldadigheid nog handenvol fijn zand ingegooid -en eindelijk dreigde de politieagent, die zijn standplaats op den hoek der straat had, zelfs, hem mee naar 't bureau te zullen nemen, als hij 't niet wou laten, de kleine meisjes te knijpen, die, op weg naar school, langs zijn huis moesten.

Netje, help me eens aan dien bengel, dien Frits Besserdichs, denken. En waar is Frits Sahlmann?" Nu was Fieken weêr zeer benauwd geworden, en wat er nu uitkwam, dat ging maar heel langzaam aan. "Wel, mijnheer de baljuw, van morgen gooide hij al uwe pijpen stuk, en naderhand zei hij, dat ik 't gedaan had.

"Ja vrouw, zie je, maar het water is zoo nat, dat is het, weet je." "Nat? Vooruit, te water, ga hem halen! Kijk me nu dien bengel eens. Jan, zul-je gaan?" Griet nam een kort besluit. Ze greep Jan bij den arm en duwde hem rechtuit het water in, en toen hij er eenmaal in was, stapte hij hijgende en hikkende op de tobbe los. Daar had hij haar bereikt.

De kinderen, die uit kracht van de bedevaart verwekt zijn, worden vlug en wreedaardig, geweldig en roekeloos en, later, vrome soldaten. Eenklaps vroeg de heremiet aan Klaas: Herkent gij mij? Ja, sprak Klaas, gij zijt mijn broeder Judocus. Gij zijt er, antwoordde de heremiet, maar wie is die bengel daar, die leelijke gezichten naar mij trekt? 't Is uw neef, was 't antwoord van Klaas.

Toen al die verwenschingen uitgestooten waren, vertrouwde Abbas mij toe, dat Ibrahim een arami, een bengel was en dat hij, zoo jong nog, reeds een dief was, een serraq.