Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Nu, hij heeft zijn straf al beet. Des te erger voor hem. Wat ik gezegd heb, blijft gezegd." "Och," hernam Deugniets moeder, "och mevrouw, is er dan geen enkel middel om hem van dezen ban te ontheffen?" "Er is er wel een, maar dat is hard. Iemand zal zich voor hem moeten opofferen, door gewillig en uit eigen beweging, de straf, voor wat hij misdreven heeft, op zich te nemen."
"Kan 't mogelijk wezen?" sprak hij nu tot de vrouw, "zoudt gij werkelijk het bekoorlijke wezen zijn, dat ik sedert gisteren zoo diep betreur?" Zij keek hem aan, zonder hem te herkennen. Toen omhelsde zij haar kind weer en zei: "dit is mijn zoon; wat wilt ge van mij?" "Maar dan " zoo hernam Deugniets vader in de grootste verbazing, "dan ben ik uw man!" "Gij? ik weet het niet."
Tegen den morgen viel hij eindelijk, uitgeput van de doorstane vermoeienis en aandoeningen, in een zwaren, onrustigen slaap en droomde toen van een in lompen gehulde vrouw met grijze haren, die door de politie opgebracht werd, en telkens nog 't hoofd omkeerde, alsof zij iemand zocht. Onderwijl was Deugniets vader, verslagen van smart door zijn vruchteloos zoeken, thuisgekomen.
Nu, het kon ook waarlijk geen kleinigheid heeten, dat fee Goed-Hart, wier bezoek ieder zich tot zoo'n hooge eer rekende, ontevreden van hier vertrokken was, niettegenstaande men alles in 't werk gesteld had, om haar een schitterende ontvangst te bereiden! Deugniets vader zette zijn hoed op en liep wrevelig de deur uit, met de woorden: "die bengel heeft ons voor allen tot schande gemaakt."
Het water gehoorzaamde aan Deugniets bevel; ten einde het natmaken van zijn gezicht te vermijden, golfde het ter rechter- en ter linkerzijde de waschkom uit en wist de spons zoo goed te ontwijken, dat zij er geen druppeltje van in zich kon opnemen en telkens weer kurkdroog uit de kom te voorschijn kwam. Er was niets aan te doen.
Drie personen van 't gezelschap hadden echter hun ernst bewaard: in de eerste plaats Deugniets vader, wiens gelaat groote ontevredenheid uitdrukte, zijn moeder, wier oogen zich met tranen hadden gevuld, en de oude fee, die den stouten jongen een dreigenden blik toewierp. "Waar kom jij vandaan, jongeheer en waarom heb ik je niet eerder hier gezien?" zoo sprak zij hem aan.
In twee tellen hadden die prachtige kleeren Deugniets verkreukeld en gescheurd huispakje vervangen. Nog nooit was de kleine jongen zoo mooi geweest. Hij kon een kreet van blijdschap niet weerhouden. Helaas veranderde deze heel spoedig in een kreet van smart, toen hij bemerkte, dat zijn moeder in lompen gehuld was, als een bedelares.
Je zult zien, dat wij zelfs nog eer met hem zullen inleggen." Deugniets lieve moeder geloofde zoo graag het goede van haar kind. Ook gunde zij hem zoo echt, straks mee aan te zitten aan den kostelijken disch. Wat haarzelf betrof, zonder 't bijzijn van haar kleinen jongen zou deze feestdag voor haar al 't feestelijke verloren hebben.
Deugniets moeder nam den jongen al bij de hand, om hem, uit vrees voor een nieuwe ramp, zelf naar boven te brengen, maar dáár wou haar man niets van hooren. "Volstrekt niet," zei hij, "dat zou maar verwennen wezen. Op zoo'n manier zou hij zich nog gaan verbeelden een arm, beklagenswaardig slachtoffer te zijn. Jij blijft hier; Marianne moet hem naar bed brengen."
Door dit voorval kwam de geheele waarheid aan 't licht; zij kon nu niet langer voor Deugniets vader verborgen blijven. Je kunt begrijpen, dat dit hem niet kalmer stemde. "'t Is wat moois," zei hij, "wat moeten we nu met dien bengel beginnen? Ik wil zoo'n vuilpoes niet langer onder mijn oogen hebben, dat is zeker.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek