Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 september 2025


Gauw haalde ze een anderen kam, maar deze deed helaas 't zelfde. Het dienstpersoneel kwam op haar wanhoopskreten aanloopen; ieder van hen bracht zijn eigen kapgerei mee, maar tevergeefs, geen enkele kam werd bereid gevonden Deugniets krullen uit de war te halen. Eindelijk kwam de roskam van 't paard er zelfs bij te pas.

Tegen den avond werden zij eindelijk, nog ronddolend, door de bedienden van het huis aangetroffen, die door Deugniets doodelijk ongerusten vader waren uitgezonden, om zijn op zoo raadselachtige wijze verdwenen vrouw en kind te zoeken. Eerst herkenden zij hen echter niet, zóó waren ze allebei veranderd.

"Zijn wij nog niet genoeg aan de kaak gesteld? Moeten we nog dieper vernederd worden, dat je het klaarblijkelijk aan vreemde menschen wilt overlaten dien kleinen schelm te komen wasschen?" Deugniets moeder hoorde dit onverdiende verwijt geduldig aan. Zij durfde hem niet te vertellen, hoe de vork in den steel zat, bevreesd als zij was, dat zijn toorn zich dan op 't kind zou ontladen.

Vaarwel, mevrouw," zoo vervolgde zij, zich tot Deugniets moeder wendend, wier blanke hand onwillekeurig den ragebol van den kleinen bengel streelde. "Vaarwel, mevrouw, ik beklaag u, dat ge zoo'n kind hebt. Ik zou u raden, hem nu allereerst maar eens een ferme schoonmaakbeurt te geven; hij ziet er uit, om met geen tang aan te raken."

Deugniets vader haalde zijn schouders op, maar zijn moeder kon 't niet helpen, dat zij er eigenlijk, in haar hart, blij om was. Deugniet stond niets goeds te wachten dat begreep zij maar al te best. Fee Goed-Hart liet niet met zich spotten, als er stoutheid in 't spel was; stellig zou zij een strenge berisping, ja, mogelijk wel een flinke straf voor hem klaar hebben.

Deugniets ouders waren dan ook zeer ingenomen met het vooruitzicht fee Goed-Hart bij zich te zullen zien en spaarden moeite noch kosten, om de hooggeeerde gast waardig te ontvangen. Op den vroegen morgen van den gewichtigen dag ging de keukenmeid naar de markt en deed daar een ruimen inslag van 't beste en 't fijnste, dat er maar te koop was.

Zoo gauw Deugniets moeder met haar man alleen was, deed zij al wat in haar vermogen stond om hem, ten opzichte van zijn plannen met den kleinen jongen, te vermurwen. Eindelijk slaagde zij er in hem er af te brengen. 't Kind behoefde dan voorloopig nog niet naar 't schip. Maar 't was de laatste keer, dat hij genade voor recht liet gelden, zoo sprak Deugniets vader met nadruk.

"Och mevrouw," sprak deze, haast zonder zich den tijd te gunnen haar te begroeten, "och mevrouw, red ons, erbarm u over ons en neem de vreeselijke gave toch terug, die ge mijn kind gisteren geschonken hebt." "Ik zie 't al," zei de fee, met een zijdelingschen blik op Deugniets ontredderd voorkomen, "hier hebben we een kleinen jongen, die zich niet heeft willen laten opknappen.

Helaas, nauwelijks had ook deze 't blonde haar aangeraakt, of hij legde zijn ijzeren tanden plat en ging over Deugniets hoofd, zonder een enkel haartje van zijn plaats te brengen. Deugniet zette groote oogen op en begon berouw te krijgen over zijn ondoordachte woorden.

Toen Deugniets goede moeder over zijn bed hoorde spreken, herinnerde zij zich weer, wat zij met de fee overeengekomen was, en maakte een eind aan de woordenwisseling, door tot haar zoon te zeggen: "ja, ga naar bed, mijn jongen; je weet, dat de fee je dat nu heeft toegestaan. Je zult zoo moe wezen! Slaap zacht. Ik zal hier op je blijven wachten."

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek