Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Zoo gauw hij maar naar het ledikant toeliep, begon het te steigeren als een vurig paard. De matrassen golfden op en neer als de baren van een onstuimige zee en de dekens dansten dwarrelend door elkaar, waarbij ze den kleinen, ongehoorzamen bengel telkens lustig om de ooren sloegen. Er was klaarblijkelijk niets aan te doen hij zou den nacht op een stoel moeten doorbrengen.
Bruin, hoewel zeer angstig bij dit weer in haar eentje, wilde naar haar kamer vluchten. Ik vroeg haar, liever bij mij te komen zitten: ik zou haar beschermen. Het ongelukkige oudje, vertelde me, dat het al den tweeden zomer was, dat die kleine bengel de kinderen zoo tegen haar ophitste. "Waarom ze dan niet in een ander pension ging?" "Ze had het hier zóó goed, ze wilde zoo gaarne blijven.
Nou Mevrouw! zoo as 'ezeid is; morgenavond kom ik toch hier met de vrouw om de kermis te zien, in dat geval zal ik de koeien Maandagavond of Dinsdag-ochtend hier bezurgen." "In dat geval zal ik ze hier verwachten," zeide Tante: en de landman wandelde na herhaalde groete het hek uit, terwijl wij den terugtocht aannamen, daar de bengel reeds voor den eten luidde.
Tolstoi's zwager S. A. Bjers vertelt in zijne herinneringen het volgende: "Volgens tante Pelageja kon men hem, toen hij nog een kind was, gerust een' bengel noemen; als jongen was hij zeer eigenaardig en haalde de vreemdste dingen uit, maar was daarbij vroolijk en opgewekt en had een hart van goud.
"Dat gaat niet, Netje; zij moet voor den dag komen, want zij moet getuigenis afleggen voor den horlogemaker en voor den molenaar; 't kan die beiden anders den hals kosten. Als ik maar wist, waar die bengel, die Frits Sahlmann, was, die weet van de heele zaak af. En jij weet niet, waar hij is, Fiek?" "Neen mijnheer." "Nu, dan kunt gij heengaan."
"Wat moet jíj 'n gezellig thuis hebben," zei hij hartelijk, en ze vond het prettig, dat hij de portretjes aardig vond, en kwam naast 'm staan, om hem er over uit te leggen: "Die broer volgt op mij; hij is nu in de vijfde van de jongens-burger, en wil architect worden; dat zusje is op 'n particuliere school, ze is 'n beetje zwak, en houdt veel van huishouden; hij gaat op 't gym,.... en vin-je dát geen schat: 't is 'n bengel, zie je; maar 'k geloof, dat er wat in zit; hij schildert zoo aardig, en nu heeft Pa 'm op de teeken-academie gedaan,.... de kleintjes zijn nog op de lagere school; kijk, dit is de jongste.... ze is acht."
Zooals een jachthond het spoor van een haas volgt, zoo kon hij, op den reuk afgaande, in een ommezien zoo'n stouten, kleinen bengel opsporen.
Daar had de eerzame weduwe hem bereikt. Zij hield hem de gebalde vuist vlak voor het gezicht, en schreeuwde, terwijl ze van haar mond bijna een hooischuur maakte: "Kwade bengel van een jongen, durf jij mijn Bruin in het water te gooien? Je kunt het arme kind nooit met rust laten, het schaap, hij doet jou toch immers ook niets? Leelijke, brutale deugniet, wat denk je wel?
En met die woorden pakte hij hem, bond hem opnieuw aan den eik vast, waar hij den bengel zoo jammerlijk afranselde, dat zijn huilend brullen wijd en zijd door het bosch klonk en hij den wakkeren ridder, aan wien hij dat pak te danken had, naar den diepsten afgrond wenschte. "Roep nu je bevrijder, mijn zoon!" spotte de boer, terwijl hij zijne slagen als hagel neer liet vallen.
.... "Niks." Die kwaje bengel.... D'r kwam rook uit z'n lessenaar!.... Wacht eens.... Nou had-ie 'm vast in z'n nek en smeet 'm de deur uit.... Zoo!.... Als ze 'm tarten wouen!.... Jawel.... 't was 'n brandende sigaar!... Nou waren de anderen ook dadelijk muisstil. 't Hielp als je een voorbeeld stelde.... Goeie God, wat was 't warm.... die gloeiende kachel in z'n rug.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek