Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Hij was gewoon in persoon versche zalm te gaan koopen en eigenhandig in een netje naar huis te dragen. Hij had de leelijkste teef uit heel Rotterdam, en onderhield twee grijze katten, die door dezelve teef gezoogd waren. Op de sociëteit dronk hij nooit iets anders dan fachingerwater, aan zijn tafel nooit iets anders dan portwijn.

"Mijn lieve kind, dat volk zal zich niet veel aan zoo'n brief van een Stemhager baljuw storen. En toch, kindlief?" en hij wendde zich om, naar mijne moeder, "als ik haar eens zoo'n brief meêgaf, aan den overste Von Toll; wat dunkt u, Netje? Hij zou niet de zoon van Renatus Von Toll moeten zijn, wanneer hij dit jonge meisje zonder bescherming liet.

"Wel Weber, hoe kan die te stijf zitten?" "Netje, hij trekt me, en ik ben geen turksche pacha, die vooraf probeert, of 't pijn doet, als iemand zich met een' zijden koord verworgt." "Nu, is 't zoo goed?" "Hm, ja; maar dat is een verdrietige zaak." "Wat dan toch, Weber?"

"En heel druk praat hij met hem, Netje!" sprak de oude heer, en zijn gelaat helderde geheel op, en een vroolijke glimlach speelde om zijn mond; "Goddank! nu zal ik den molenaar van slechtheid kunnen vrijspreken; het zal op eene dwaasheid neêrkomen, want de raadsheer is meê in 't spel." "De raadsheer is toch zoo'n goede, eerlijke man."

Waarom mijnheer de baljuw Frits Sahlmann aan zijn oorlapje trekt, en mijn oom Herse steeds van zijn stuk geraakt. En hoe de geschiedenis heel mooi ten einde komt. Hij ging, en Hendrik en Fieken bleven alleen. Op het slot zat de oude baljuw met den poedermantel op den poederstoel; hij was verdrietig. "Netje," zeide hij, "de mantel zit mij te stijf om de keel."

Iedereen lette op: enkelen meenden reeds de visschen binnen in 't netje te zien spartelen, het glanzen van de schubben waar te nemen en zoo meer. Doch, toen de jonge man het ding in 't water stak, sprong er niet een vischje op. "'t Moet hier vol wezen," zeide Albino zacht, "'t is al meer dan vijf dagen dat er niemand bij geweest is."

"Frits," zeide hij, "jongen, je kunt al eene boodschap doen; loop eens naar Netje, naar de vrouw van den baljuw, en zeg haar, dat zij hier moet komen, dat hier een verblijdend voorval heeft plaats gevonden; hoor je wel! een verblijdend voorval. Anders maakt zij zich ongerust, kindlief," zeide hij tot mijne moeder.

Dit laatste had hij misschien wat luid geroepen, want zijne lieve vrouw kwam geheel ontsteld de deur in. "Weber, Weber! Wat scheelt u? Heeft Frits Sahlmann of Fieken...?" "Neen, Netje," viel hij haar in de rede en raapte de slaapmuts op, "die niet, Bonaparte maar." "Goede hemel," riep zij uit, "al weder! Waarom wilt ge u toch op hem boos maken?"

Jawol, denk jij dat ich jou op ’s nieuw drei monate zal laten wonen oend....?” „’k Zal je nog een maand vooruit betalen ook; maar ga nu heen, wat ik je bidden mag. Jij en dat dier, jelui schreeuwen om ’t hardst, en mijn arme Netje moet rust hebben.” „Jou Netchen kan mir jestohlen worden.”

Had hij echter geweten wat die woorden bij den ouden heer beteekenden, dan zou hij er wel niet zóó naar gevraagd hebben, want ten kwade dacht de baljuw nooit ergens meer aan; het kwade ging bij hem spoedig voorbij, dat liet geen indruk bij hem na, en hij schrapte het door; maar ontmoette hij het goede op zijn weg, dan was hij bang, dat het hem soms door 't hoofd mocht gaan, dan zeide hij: "Netje, Frits Sahlmann, Westphalen, kinderen! helpt er mij toch aan denken."

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek