Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Waarom de maat van bakker Witt overloopt, waarom de stad Stavenhagen de denneboompjes heeft doen planten; waarom vader Bickert de brandklok luidt; en waarom ik altijd, als ik van Julius Cesar hoor, aan mijn oom Herse denken moet. Een klein half uur later reden uit de Treptowsche poort te Brandenburg twee wagens naar Stavenhagen.
Terwijl toch mijn vader zich met de nietigste plagerijen en knevelarijen dag en nacht kwellen moest, opdat de schrale stadszaken nog tamelijk goed bij elkaâr bleven en niet alles in de war kwam, liet de raadsheer Herse Kutusof rechts marcheeren en Czernitschef links, en hij prees York en schold op Bülow; die verstond zijne zaak niet; want hij hij had zich niet naar Berlijn, hij had zich rechts, tot naar Stavenhagen toe, moeten terugtrekken, en had Bonaparte in de flank moeten aanvallen.
"Maar onthoudt dit, wanneer gij eens in Berlijn mocht komen, er is altijd een couvert voor u gereed." Ik maak eene buiging, zeg: Adjuus! en ga weêr naar Stavenhagen." "Dat 's braaf van u!" zegt bakker Witt. "Maar, wat helpt ons die heele, mooie krijgskunde?
Waarom Frederik eigenlijk geen gauwdief was; waarom keizer Napoleon niets met den raadsheer te doen wil hebben, en waarom de overste met den raadsheer geheimen heeft. Voor het raadhuis te Stavenhagen hield de wagen stil, en met één sprong was mijn vader van zijn' zak af, en zeide tot de anderen, dat zij nog eene poos stil zouden blijven zitten, totdat hij hen roepen zou.
Laat hem maar loopen! Dat is een oud gediende!" En iedereen sprak van den ouden Frederik en zóó heeft zich, van lieverlede, in mijne vaderstad Stavenhagen, de overlevering verbreid, dat de oude onderofficier Frederik Schult eigenlijk den slag bij Leipzig gewonnen had; hij had aan zijn' overste, Warburg, gezegd, hoe 't gedaan moest worden, en die had het aan den adjudant van den ouden Blücher gezegd, en de oude Blücher had gezegd: "Frederik Schult heeft gelijk!"
Zóó hadden zij het gelijkelijk verdeeld, en wanneer de raadsheer Susemihl zijne zwaarwichtige taak, als wethouder op een gerechtsdag, behoorlijk vervulde, en de politiedienaar Luth het loopende werk op de straat verrichtte, en de stads-omroeper Dolmstrich niet dikker werd, dan hij werkelijk was, zoodat hij nog af en aan door veld en bosch ging, en op een zachten slootrand zijn middagslaapje waarnam, en de wijkdienaren van tijd tot tijd de brandspuiten probeerden en de aangelegenheid van den stadsstier bezorgden, en de veldwachter Hirsch de jongens uit de erwtenvelden joeg, dan zou 'k wel eens willen zien, wáár eene stad en een rechtsgebied te vinden was, waar 't zoo in orde en geregeld toeging, als in mijne vaderstad Stavenhagen.
"Als gij niet komt," zeide de veldwachter, "dan is dat voor uwe eigene verantwoording." "Die heeren denken altijd," hernam Frederik, lachende, "dat als hunne pruimen rijp zijn, wij ze moeten plukken. Maar, ik wil in elk geval morgen naar Stavenhagen gaan, want mijn tijd bij den molenaar is om." "Je zult je wel bedenken!" bromde de molenaar; "tot Sint-Jan heb ik je gehuurd."
De Stavenhagers marcheerden naar Ankershagen; in Nieuw-Strelitz zouden de Franschen zijn; de Malchiners marcheerden naar Stavenhagen; in Stavenhagen zouden de Franschen zijn. Ja, 't was een verward huishouden.
Een uur of drie nadat dit alles gesproken was, liep Frits Sahlmann, die bengel, door de straten der goede stad Stavenhagen en riep: "Zij komen, zij komen!" Hij had op den molenberg al twee uren op post gestaan, en mijnheer de baljuw had in dien tijd wel zeven maal hem gescheld en was op 't laatst van knorrigheid naar mijne moeder gegaan. "Zij komen!" riep de bengel.
En toen Hendrik zoo bleef staan en naar Frederiks voetstappen luisterde, toen hoorde hij van den hoek, bij de apotheek, nog: "Dumouriez! Vervloekte patriotten!" Dat het in de wereld, in Stavenhagen en in 't molenaarshuis bont toegaat. Waarom de molenaar en Frederik naar Stavenhagen rijden en waarom Fieken hen volgt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek