Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Grijnzend keek de duivel toe en opende de klauwachtige handen. "Nooit zult ge mij levend hebben!" roept meester Gerhard gillend uit en stort zich in de diepte. Ratelende donderslagen maken zijn doodskreet onhoorbaar. Vreeselijk woedt het weer. De verlichte hemel gelijkt een vuurzee. De brandklok luidt in den toren de bliksem was in het huis van den bouwmeester van den Dom geslagen.

De brandklok klepte, hulpbiedende poorters kwamen toegesneld.... «Wie redt Liesbeth, mijn kleindochtertjekreet als uitzinnig van smart, een grijsaard, zeer rijk koopman, wiens huis door de vlammen was aangestast. Niemand antwoordde, terwijl steeds luider en luider, de klachten van den grootvader weerklonken.

Waarom de maat van bakker Witt overloopt, waarom de stad Stavenhagen de denneboompjes heeft doen planten; waarom vader Bickert de brandklok luidt; en waarom ik altijd, als ik van Julius Cesar hoor, aan mijn oom Herse denken moet. Een klein half uur later reden uit de Treptowsche poort te Brandenburg twee wagens naar Stavenhagen.

Niemand sprak echter en daarom schreeuwde hij nog eens: "Ik wil weten wie er daar zooeven de brandklok geluid heeft! Heb je het niet gehoord?" "Ik heb het gedaan, meneer! Ik moest om negen uren op school zijn en het speelt daar al voorslag van half tien!" zei de knaap en zag den heer vrijmoedig aan. "Mooi, brandklokluider, dan zal ik jou ditmaal eens allerlaatst helpen, verstaan?

"Is 't waar, jongen?" vroeg de oude Rickert, die klokluider was. "Ja, vader Rickert, ze zijn al op de weide." En de oude Rickert zeide bij zich zelven: "Dan is 't niet anders, dan moet ik er het mijne aan doen!" Hij ging naar den toren en, daar hij het gansche gelui toch niet alleen meester worden kon, trok hij aan de brandklok. Nu kwam alles op de been, en de deuren uitloopen. "Zij komen!

De toenemende duisternis noodzaakt ons naar de boot terug te keeren, die naar Napels zal vertrekken. Nauwelijks zijn we aan boord van de paketboot Scylla, of we hooren de brandklok. In de betrokken lucht stijgen rookwolken op, en op een paar honderd meter van ons verwijderd zien we een enorm vuur. Het is een zeilschip, waarvan de uit benzine bestaande lading vuur heeft gevat.

Eilaas, de redding, het leven lacht hun spottend toe; de ijselijkste martelpijnen moeten ze doorstaan; want dit vleesch is niet voor hen: het is te koop, men moet rijk zijn om er eene bete van te verkrijgen.... En nochtans, o God, hoe schrikkelijk; het is paardenvleesch, hondenvleesch! Maar daar stormt de brandklok! het vuur verteert eene boerenwoning.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek