Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Denk toch, Adolf, welke martelpijnen die bloeddorstige vrouw kan uitvinden om ons over de dapperheid der Vlamingen te straffen." "Plaag u zelf niet, mijn lieve, uw vrees is niet gegrond. Misschien ook zal de schriklijke ondergang zijner soldeniers aan Philippe le Bel doen begrijpen dat de Vlamingen zich nooit de Fransen ten onder zullen geven.
Robrecht zal dus sterven in de wreedste martelpijnen, en zijn lijk zal onder de voeten der wapenknechten worden vertreden ..." "Mijn God, mijn God, zulk akelig lijden, zulke vernedering in den dood!" kreet de maagd terugschrikkende. "Ach, kan niets, niets het gruwelijk noodlot dan verbidden?" "Ja, Dakerlia, gij alleen op aarde kunt Robrecht nog het leven redden." "Ik, o hemel!"
Tusschen deze dorre schedels rust mijne hoop, mijn vrede, mijn geluk en mijne zaligheid! Ziet gij? de stuiptrekkende lach der martelpijnen blijft nog na het leven over. Daar is ook eene plaats voor u, tusschen dit gebeente, o kind. En dan zullen uwe oogen ook hol zijn, en het water zal uwen schedel ook wit maken en bederven...."
De nijpingen der razende moeder veroorzaakten de soldenier onverdraaglijke martelpijnen; zijn wezenstrekken gaven dit genoeg te kennen, want de ogen kwamen hem uit het hoofd. Het meisje niet willende verlaten, bracht hij zijn degen tegen de borst der moeder, en boorde wredelijk door haar boezem.
De ridder kon aan zijn martelpijnen niet meer weerstaan, hij viel met smekend gelaat op zijn twee knieën voor de Jonkvrouw en zuchtte: "Om de liefde des Heren, mijn rampzalige Machteld, verwerp de liefde uws vaders niet langer. Laat mijn droeve reis niet nutteloos zijn. Kunt gij mijn tranen zo onverschillig aanschouwen, en zal uw dierbare stem geen enkel troostend woord voortbrengen?
Robrecht werd door de tranen zijns vaders diep getroffen: hij voelde de hel en haar martelpijnen in zijn hart. Zijn vervoerdheid vergrootte nog; hij riep als uitzinnig: "Vermaledijd vervloek mij, o mijn Vorst en Vader! Maar ik zweer u bij de almachtige God, dat ik nooit voor een Fransman kruipen of bukken zal, en ik zal uw gebod niet gehoorzamen!"
Beide waren zij door een innig zielsgevoelen ingenomen en vormden zich een wereld van zalige gepeinzen; de vader betreurde zijn martelpijnen niet, veeleer dankte hij de God, die alzo de ongelukkige ook meer genietingskracht tot het smaken der vreugde geeft.
Eilaas, de redding, het leven lacht hun spottend toe; de ijselijkste martelpijnen moeten ze doorstaan; want dit vleesch is niet voor hen: het is te koop, men moet rijk zijn om er eene bete van te verkrijgen.... En nochtans, o God, hoe schrikkelijk; het is paardenvleesch, hondenvleesch! Maar daar stormt de brandklok! het vuur verteert eene boerenwoning.
Hij had geen open noch diepe wonden, maar wel menigvuldige kneuzingen; de martelpijnen, welke dezelve veroorzaakten, hadden hem een gevaarlijke koorts, die hem moest wegrukken, gebaard: maar de tegenwoordigheid van Machteld, de krachten zijner ziel verdubbeld hebbende, joeg de doodkoorts van hem, en zo ontsnapte hij aan het graf, dat reeds op hem gaapte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek