United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik wil hem eenvoudig de knoopen van zijne broek afsnijden; dat hebben wij altijd zoo gedaan, als wij er een stuk of wat gevangen hadden, toen ik nog tegen de vervloekte patriotten in Holland diende; en tegen den gauwdief "Dumouriez", onder den hertog van Brunswijk, na anno 90."

Het verraad van Dumouriez, de ongunstige toestand der legers en de gevaren, waaraan het land was blootgesteld, drongen de Conventie weldra tot een nieuwen maatregel. Den 6en April 1793 werd het Comité de Salut Public ingesteld.

"Dumouriez!" zeide Frederik, terwijl hij het voetspoor van den Franschman volgde; "als de Fransoos tusschen hier en Greifswald zich ophoudt, voor den dag komen zal hij!" Frederik gaat dus den Franschen jager door het Stavenhager bosch en door het Gulzowsche bosch na en komt zóó op den Gulzowschen weg; maar daar was 't uit; 't was misgeschoten: er was daar geen spoor meer te vinden.

Nauwelijks hier, was hij naar zijn politieke club geloopen en had daar een krachtige speech afgestoken tegen Paoli, hem beticht van landverraad en tevens een adres opgesteld aan de Nationale Conventie. Deze ontving dat juist in de dagen, toen het verraad van Dumouriez ook bekend werd. "Ik heb onze vijanden een beslissenden stoot toegebracht.

"En de beide mooie bruinen," sprak hij bij zich zelven, "hebben ze mij ook afgenomen, en ik moet nu rijden met twee oude half kreupele knollen; en die moeten zich hier nog in dien diepen weg, met zoo'n karnalje vogel van een maraudeur aftobben, die niet eens een fatsoenlijk militair is? Vervloekte patriotten! Gauwdief. Dumouriez!" Dat waren zijne eenige vloeken als hij boos was.

Toen hij aan eenige zijner oude krijgsmakkers den titel schonk van prins of hertog was zijn doel hierbij niet alleen hen te beloonen voor hun aandeel aan zijn verheffing, maar ook om hen de handen te doen houden uit de zakken der overwonnenen. Van de gestrenge, eerlijke gedragslijn van de eerste generaals der republiek als Pichegru, Hoche, Dumouriez en anderen was bij hun opvolgers als o.a.

In Dumouriez, den voormaligen minister van oorlog, die Lafayette had vervangen, vond hij een even talentvolle als dappere tegenpartij, die hem, door het bezetten der passen van het Argonnerwoud, den toegang afsloot tot het hart van het land.

"Ja, in eene groene monteering," zegt Frederik. "Te paard?" vraagt Freier. "Neen, te voet," zegt Frederik. "Wat moet die?" vraagt Freier. "Wat hij moet?" vraagt Frederik. "Niks moet hij; ik wil maar eens met hem praten." "Wat heb jij met een Fransoos te praten?" "Dumouriez!" zegt Frederik. "Wat heb jij, domkop, daarnaar te vragen? Ik vraag immers maar of je den kerel gezien hebt?"

De molenaarsknecht Frederik Schult keek op; hij zag in de oogen van den ouden baljuw, en 't was hem, alsof hem vandáár een straal tegenblonk, die zijn hart verwarmde. "Dumouriez!" riep hij uit, greep naar den mantelzak, nam dien onder den arm, en zeide: "Ik weet waar ik wezen moet, mijnheer de baljuw. Adjuus, mijnheer!" Hij wilde weggaan; de oude heer ging hem na tot aan de deur.

Middelerwijl was het donker geworden en Frits Sahlmann komt de provisiekamer in, en zegt: "Nu, 't is eene mooie historie; mijnheer de baljuw loopt blootshoofds in 't stikdonker door den tuin, en redeneert in zich zelven; Frederik, van den molenaar Voss, staat nu al een uur lang voor de poort en schelt op de vervloekte patriotten en op den gauwdief Dumouriez, en de molenaar duwt den Fransoos zijne vuist tegen den mond, en vraagt waar zijne vier paarden en zijne zes ossen gebleven zijn, die de Fransozen hem afgenomen hebben, en de Fransoos zit daar en verroert of beweegt zich niet en zijne oogen rollen door zijn hoofd."