Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
"Frederik Schult," zeide hij en nam zijne hand, "mijn zoon, als ge uit den oorlog terugkomt, moet ge eens bij mij aankomen, en mij vertellen hoe 't je gegaan is."
9 ditto weder onder seyl gegaen; die wint woeij hart N. Oost die bay wt; wij vorderde weijnich; oock mede cost den Haen niet langer voort, liep voor de wint wederom naer Mariavelle, daer wy iegens avont mette Fortuijn bij hem quamen ende settent op 18 vadem; wy vraechden den Haen watter schort; wisten ons anders geen antwoort te geven als dattet jachts ongebaniertheijt schult was; costen qualyck voorde wint ofte by de wint; 't is voorwaer oock een sober schip, om op dusdanighe tocht te gebruijcken; N. Hollant ende Orange waren een groot stuck de bay opwaerts aen.
De molenaarsknecht Frederik Schult keek op; hij zag in de oogen van den ouden baljuw, en 't was hem, alsof hem vandáár een straal tegenblonk, die zijn hart verwarmde. "Dumouriez!" riep hij uit, greep naar den mantelzak, nam dien onder den arm, en zeide: "Ik weet waar ik wezen moet, mijnheer de baljuw. Adjuus, mijnheer!" Hij wilde weggaan; de oude heer ging hem na tot aan de deur.
Wel doen is rechte vreught; maer alle slimme* gangen 1225 Zijn doodelick vergif die ons de ziele prangen. Hier is dan nu de tijt dat ick mijn schult beken, Vermits ick op den wegh van beter leven ben.
Eindelijk bleef hij voor Frederik staan en zag hem met een beteekenisvollen blik in de oogen, zeggende: "Frederik Schult, kontant geld is tegenwoordig schaarsch, en ik weet plaatsen, waar de huisvader zich daarom de handen aan stuk wringt, en vrouw en kind in tranen nederzitten."
Vondel beklaagt zich hierover o. a. in deze termen: "De gewinzucht zommiger boeckverkooperen, meenende uit mijnen naem winst te trecken, ontzien niet op een byzonder bladt, of in boecken, in Hollandt en elders, op mijnen naem te drucken dichten bij anderen gedicht, en inzonderheit in Zuidthollant, daer men op den tytel van Vondels poëzye, druckt en herdruckt, en vermeert vele dichten, daer ick zoo weinigh kennis en schult aen hebbe, als het kint dat noch te baeren staet" .
Dit zeggende, nam hij een doek weg, en de mantelzak van den Franschman kwam te voorschijn. "Frederik Schult, de mantelzak en het geld behooren u toe!" Daar stond Frederik en zag mijnheer den baljuw en den mantelzak aan, en dan weêr den mantelzak en mijnheer den baljuw, en begon zich eindelijk heel hard achter de ooren te krabben. "Wel," vroeg de oude heer en legde hem de hand op den schouder.
Zie, ik kan niet; tot paschen moet ik blijven; maar rijdt gij morgen dadelijk naar Bramborg en vraag in de herberg, waar wij geweest zijn, naar een deftigen man met een grijzen snorbaard en een litteeken op de rechterwang, ge zult hem wel vinden en meld u en mij bij hem aan: "Frederik Schult," en 'k had al gediend, maar ge behoeft niet te zeggen, dat ik eens van 't kinderwiegen gedeserteerd ben.
"Die Frederik Schult ben ik, mijnheer, maar ik dien niet meer bij den molenaar; daar ben ik vandaan gegaan; en de deern wil ik niet meer hebben, want zij liet mij loopen, en de molenaarsknecht ben ik ook niet meer, want sinds een half uur ben ik onder de soldaten gegaan." "Wel, ga daar maar onder! Ik geloof, dat je daar op de rechte plaats zult wezen.
"Do was over alle de werlt ein al te groeten sterfte, also dat de eyne den anderen kume begraven kunde, ofte dat d' ene daer by den anderen niet blijven kunde in syn lesten omme de overvloedicheyt der siekede. Ende hieromme werden aller wegen de Joden gedodet, want men gaff eher de schult der siekede."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek