Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


J. A. Schaaff, Notaris te Stiens. J. Schaafsma, te Harlingen. P. Scheltema, Archivarius der Hoofdstad en van de Provincie Noord-Holland. Mr. G. Schot, Notaris te Franeker. J. M. Schrant, Professor in de Wijsbegeerte en Letteren te Leiden. J. C. Schultz Jacobi, Evang. Luth. Predikant te Rotterdam. Mr. J. G. Schumacher, te Rotterdam. J. Schuijten Hzn., te Dordrecht.

"Wel, vader, ik dacht zóó: als ze je krijgen, zal 't er slecht uitzien, en daarom trok ik de paarden in het bosch en ging op de loer staan, en woû wachten tot het avond werd, en toen ik zoo stond, kwam de politiedienaar Luth aanloopen; hij zei dat de Fransozen al lang weg waren, en dat de burgemeester ook aan den haal gegaan was, en hij hem nu zocht."

Mijn Frits Sahlmann?" vroeg de oude heer, den politiedienaar loslatende. "Mijnheer de baljuw," zeide mamsel Westphalen heel bedaard: "zooals de een heet, ziet de ander er uit. Frits Sahlmann en de waarheid zijn even dicht bij elkaâr, als zijn neus en de maan." "Waar is de jongen?" vroeg de baljuw. "Hij staat hier buiten, op de gang," antwoordde Luth.

Hoe zegt Horatius? "Est solamen miseris socios habuisse malorum." 'k Zal dat later wel eens voor u vertalen. Luth, mijn goede vriend, laat het meisje binnenkomen." Fieken kwam binnen.

Als een loopend vuur verspreidde zich het gerucht door de stad: "de burgemeester is op den bruine van Bräsig de Franschen ontvlucht!" en de politiedienaar Luth stoof de kamer mijner moeder binnen met een gezicht alsof pinksteren en paschen op één dag waren gevallen, en hij er toe bestemd was, om al het genoegen, dat op die dagen de gansche Stavenhager burgerij te beurt viel, alleen te genieten.

En ze zeide tot het bezwaar, toen dat naar Hendrik vroeg: "Ga uwen weg; 't is alles in orde." Waarom ik Frederik van den molenaar en geene prinses door het Gulzowsche bosch zend; waarom Frederik tot den schout Besserdich "schoonvader" zegt; waarom hij den hond uit den oven lokt en waarom de politiedienaar Luth om zijn' eigen burgemeester lacht.

Hij stond op, nam het valies, en sprak tot Luth: "Mijn goede vriend, gij schijnt mij toe, een verstandig man te wezen; neem dezen verzegelden mantelzak en geef dien aan den baljuw, den heer Weber, opdat hij daarmede handele, zoo als 't hier te lande als recht geacht wordt." Luth ontving een geschrift daarbij, en aldus was die zaak afgedaan.

Mijn vader was met den kurketrekker aan 't werk, en Luth zorgde voor 't schenken, en de kamerdienaar stond bij de kachel en schudde bij al die toebereidselen altijd met het hoofd en wilde Luth wijzen, hoe hij presenteeren moest; en toen Luth het zóó doen wilde, goot hij mamsel Westphalen een glas punch in haren schoot. Ja, 't was een schoone avond.

Mijne moeder beefde aan handen en voeten; mijnheer de baljuw vergat zijn ouderdom en zijne betrekking; hij pakte den politiedienaar bij den kraag en schudde hem uit alle macht: "Luth," riep hij, "man, bedenk u toch! Wij zijn hier niet gestemd voor grappen."

Er werd buiten aan de deur geklopt en de politiedienaar Luth kwam binnen met: "'t Kompliment van mijnheer den burgemeester, en de zaak stond heel slecht voor den horlogemaker en den molenaar, en of mijnheer de baljuw wel zoo vriendelijk wou zijn, om zoodra mogelijk ginder te komen; maar vooral mamsel Westphalen meê te brengen, want haar getuigenis was hoofdzakelijk van groot gewicht."

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek