Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Dan mint een wie hem niet en mint en dan mint eene wie haar niet en mint.... En dan mint eene wie ver is, zoo verre en weet niet wie die verre wel mint misschien.... En de vinders, zeide Amadijs; maken er van een lays en een lied en niet meer, neen, niet meer.... Niet meer, lace, dan een lied en een lays, herhaalde weemoedig Ysabele. Beneden was het vergier leêg en verlaten.

En nu de blijde bellen sprenkelden heldere klanken tot nooden aan den disch, voerden edelknapen Gawein en zijn Amadijs naar een kemenade, waar zij zich zouden verkleeden. De knapen brachten de feestkleederen, zoo als die steeds in alle burchten klaar lagen voor ridderen, die aan kwamen dolen en wie hen vergezelden en boden hunne diensten aan.

En hij had Amadijs, en Galehot mede, bevolen dadelijk op weg te gaan, naar Endi, om Gawein te zeggen, dat hij oogenblikkelijk op queste moest naar het Scaec.

Maar als de Karre niet en beweegt en hier stille staat onder de koningslinde om den ridder van alle lachter te sparen, vermag niets ende niemand hem te bevrijden... En wie op de Karre springt, waarschuw ik u, ligt mede geboeid ter neêr! O wi, o wacharme! riep Amadijs. Zal God van Hemelrijk dat dulden! Ook de baroenen, die mede den dwerg hadden aangehoord, riepen: Bij Sint Michiel! Bij Sint Jan!

Ysabele beval den burcht te doorzoeken. En overal zochten de dienaren en kamenieren. Maar zij vonden geen schaakspel. Morgen, mijn oom, zeide Ysabele; met den nieuwen dag, wen zonneschijn in de duisterste hoeken schijnt, zullen wij zoeken naar dat tweede, Zwevende Scaec.... O mijne tweede, leliëzoete Ysabele! zeide Gawein vervoerd, terwijl Amadijs, achter hem, luisterde jaloerschelijk.

Toen het feestmaal ten einde was, gingen de gasten zich divertieren in de vergieren in amoereuzelijke vië ende jolijt en zag Amadijs, dat Gawein zich verloor met de edelvrouw van het leliewitte schoothondje, tusschen de boomstammen door der bongerds, in de welwillende schaduwen, die als donker fulpen pauwillioenen waren....

En de zes anderen zijn Amoreuse-Garde belegeren gaan... En Galehot vertelde alles en meldde ook Lancelot nu, hoe Mordret en Didoneel verslagen werden toen Gawein Alliene, die was Amadijs, verloste. Ja, ik! riep Gawein, met gesloten oogen, van de Kar. Ik, ik versloeg de feloenen, die met ons mede waagden aan te zitten aan Tafel-Ronde! En hij lag weêr stil.

Mijn zoete heere, zeide Amadijs; doen zal ik als gij beveelt en gaan kond doen den Koning Artur van den dood mijner belageren; trotseeren wil ik zijn gramschap maar liever ware het mij u te beschutten alhier in den strijd en voor u te sterven zoo ik vermocht.... Nauw had Amadijs zoo gesproken of....

Schildknapen hebben vaak zachte oogen, en weet gij, eene jonkvrouwe kan ook harde wel de Karre bestijgen! Amadijs bloosde omdat een onzinnige dwerg hem had kunnen doorzien en de baroenen en edelvrouwen rondom, reeds gehoord hebbende van wat Galehot aan Lancelot en den Koning gemeld had, beweerden, dat zij altijd wel gedacht hadden, dat Amadijs een jonkvrouw was.

En Assentijn hoorde Lionel uit, over het verre Noordsche rijk, waarheen zijne kleindochter ter bruidvaart zoû gaan en waar Clarioen iederen ridder, dien hij verdacht van hem naar de kroon te staan, wierp op de Schandekar! Maar naast de Kar was Amadijs ontzet blijven staan, de edelvrouwen en baroenen rondom. Mijn heer! hijgde ten laatste Amadijs. Mijn heere Gawein!

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek