Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Zoo zult gij, gezel Galehot, zeide Bohort; met Amadijs weder keeren tot Camelot, waar onze heere alleenlijk beidt met de koniginne en met Keye en angstiglijk uit spiedt naar tijdingen. En wij zessen, makkeren, wij gaan die damoselen bevrijden! Wij gaan eindelijk weder damoselen bevrijden! riep Meleagant, juichende blij.
Maar toen de vinder gezongen had en met den veêler in de keukens was afgedaald om tusschen alle de serianten kostelijk te worden onthaald en toen allen zich ter ruste trokken terug en ook Gawein en Amadijs waren binnen hunne kamer, toen leunde Gawein aan het boograam en zag naar buiten in de stille, starrige nacht.
En eindelijk wendde hij zich van het boograam. Trad de trede omneêr en toe op het bedde. Daar lag Amadijs, roerloos, de oogen geloken, achterover het hoofd op het ronde oorkussen. En hij deed of hij sliep. En Gaweins zwaard lag naast den schildknaap, uit zorg reeds neêr gelegd, want het was goed voor ridder en knape te slapen met hun zwaard.
Gawein en Amadijs wezen het beiden elkaâr en nu het wederom verschenen was, rees in Gawein het goede vertrouwen en volgde hij het Scaec, zoo vlug Gringolet het vermocht maar het fladderde boomstammen om, verdween telkens, dwarrelde weder te voorschijn, met een duidelijk waarneembaar gebruis als van een grooten hommel, een brommende paardevlieg.... Het scheen zijn achtervolger te tarten; buiten het woud, dat plotseling eindigde op ruime weiden, vol plassen, die reeds rossigden in de dalende zon, wiekte het hooger de lucht in, lokte ridder en knaap, de gloor-overspeelde moerassen over: daar zouden in de nacht de euvele geesten zweven tusschen misten en nevelen heen....
Galehot anders de gracelijk stil glimlachende sloeg een oprechten jammerkreet uit en de schildknaap een nog schelleren. En terwijl Galehot den Koning begroette, herkenden alle de burchtgenooten den schildknaap. Die was Amadijs.
En Amadijs, de schildknaap, die naast Gawein op het zelfde bedde gewoon was te slapen, sliep niet die nacht naast Gawein, het geen Gawein niet bemerkte, omdat hij, wakende zelfs, droomde van Ysabele... Den volgenden morgen zaten, na afscheid van den Koning, van Ysabele, van allen, die nu op de hoogste transen uitkeken, de vijf ridders van Tafel-Ronde op.
Maar zoete jonkver, dat u God moge eeren, nu zeg mij ook door uwe genade: is de Koning, uw hooge vader, mijn heer niet meer booze te moede? Ik denk niet, Amadijs. Zult gij weder, o mijn zoete princesse, wen uw vader mijn heere booze is, hem voorspraak en toeverlaat wezen, Sinte Marië gelijk?
Om mij zie ik armen Gawein; gij, Lancelot; gij, Galehot en ginds dwaalt Gwinebant, de schoone knape, met mijne Ysabele in jeugendlijke sprake langs de zonnebloemen; die vertellen malkander zekerlijk van hunne droomen... Nu, dat zijn vier uwer, waar zijn dan de acht anderen, zeg? Didoneel en Mordret lijden pijnen in Vagevure, glimlachte gracielijk Galehot; als Amadijs melden kwam.
Maar sedert heeft Merlijn het geheim ontdekt tooverbedden te maken, waar de gewonde ridder in minder dan zes uren van zijne wonden geneest: zoo een hebben wij te Camelot en daarom is Koning Wonder onvroô te moede. En Gawein toonde Amadijs het bedde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek