Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
De soldeniers wendden zich met haast naar de trap: ieder wilde eerst de hand aan de roof slaan, maar de stem van hun makker weerhield hen. "Wacht, wacht!" riep hij. "Gij kunt er niet aan; de val van de zolder staat tien voet hoog en de ladder hebben zij opgetrokken. Maar dit is niets, ik heb een ladder in de hof zien staan. Beidt een weinig, ik ga ze halen."
En dat toeft, dat beidt nu wel; maar eens komt het voor Gods lieve uitverkorenen gewisselijk. Er blijft een ruste over voor het volk van God. We zullen in dat Kanaän ingaan. Ja, meer nog. Deze eeuwige Sabbath is niet slechts in den aardschen Sabbath geprofeteerd, maar wordt, zooals de Catechismus het zoo schoon en waar zegt, reeds in dit leven aangevangen. Niet door iets, dat wij doen.
"Liefde en een edel hart", zoo dicht hij dien Saggio, dien "wijzen dichter" na: Liefde en een edel hart zijn ganschlijk een, Gelijk de wijze dichter heeft geschreven.... Natuur bestemde ons hart tot Amor's leen En heeft het hem tot vaste woon gegeven; En sluimrend beidt hij daar, kort bij den een, Bij d' ander lang, den dag van 't nieuwe leven, Dit alles zijn bekende klanken.
Want zooals de landman het oogenblik beidt, waarop dat groeien uit zal hebben, en zijn woord tot zijn dienstknechten: »Zend den sikkel uit en maai« uit kan gaan, zoo toeft en beidt ook God de Heere bij elk van zijn menschenkinderen, steeds uitziende naar dat bestemde oogenblik, naar die beschikte ure, waarop het rijpen uit zal hebben, en de vrucht van al zijn zorge, die Hij aan u besteedde, kan ingedragen in zijn Koninkrijk.
Natuur bestemde ons hart tot Amor's leen En heeft het hem tot vaste woon gegeven; En sluimrend beidt hij daar, kort bij den een, Bij d'ander lang, den dag van 't nieuwe leven, Wen Schoonheid als een vrouw vol deugd verschijnt, En zoozeer 't oog bekoort dat 't in 't gemoed Een hoog verlangen tot haar wordt geboren,
Daar zijnder, roode als vier; castanjebruin geboende ; naar donkerbaaide bier, naar bijkans zwart bier doende: beglinsterd en beglansd; van vel en verwigheid, gelijk en ongelijk,–terwijl de zonne beidt.
't Bosch schijnt in vuur en vlam te sparken en te gloeyen, Nogtans in 's vuurs gegolf gebloemt en blad'ren bloeyen. Ik wil mij derwaarts spoên. Zacht, Mozes! Mozes, beidt! Hier ben ik. 't Is hier van mijn tegenwoordigheid Een driemaal heilig land, dus wacht u mij t' ontmoeten, Eert mij en deze plaats, ontschoeit terstond uw voeten.
Zie de Nymfen, Onder de groene zee, 't beweeglijk lijf Gedragen op den wind-gelijken vloed, Haar armen blank boven haar stroomend haar Getild, met kransen bont en sterge kronen Van zeegebloemt, zich haastende om te sieren De vreugde die haar machtge zuster beidt. 't Is de ongeweide zee hongrend naar kalmte. Monster, wees stil; ik kom. Vaarwel. Vaarwel.
Het is al uitvoering van het éene lijdensprogram; maar vlak na dat lijdensprogram volgt in Gods Raadsbesluit het program van glorie en zegepraal. Door lijden tot heerlijkheid! De poorte des Heeren, waar Hij door moet treden, om in te gaan in den luister, die Hem beidt. Hierin lag voor den Middelaar, in leven en in sterven, naar ziel en naar lichaam, zijn eenige vertroosting.
Zoo zult gij, gezel Galehot, zeide Bohort; met Amadijs weder keeren tot Camelot, waar onze heere alleenlijk beidt met de koniginne en met Keye en angstiglijk uit spiedt naar tijdingen. En wij zessen, makkeren, wij gaan die damoselen bevrijden! Wij gaan eindelijk weder damoselen bevrijden! riep Meleagant, juichende blij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek