Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 november 2025


Het zal niemand verwonderen dat Ben-Hur een weinig zenuwachtig was geworden; en toen hij nu in de reuzengestalte van den een den Noor herkende, dien hij te Rome gekend had, en die gisteren in den circus gekroond was als prijswinnaar bij het boksen, begreep hij, dat hem een groot gevaar dreigde en hij zich op het ergste moest voorbereiden.

Daar.... daar, daar keek Marie op.... nu bespeurde die haar juist door de breede reet heen; adieu, bonjour, zij wuifde met haar hand Marie toe, zij boog, zij trok gezichten en Marie werkte zenuwachtig met haar wenkbrauwen en haar lippen, om het niet uit te proesten van het lachen! Terwijl het donker werd, haastte Frédérique zich naar huis, naar het Voorhout.

Zenuwachtig joeg ie door met allerlei verwarde verhalen: "Zoo generaal, hoe gaat 't met 't leven?" had gisteren immers nog een van de grootste inbrekers 'm aangeklampt. "Zaggies an" had ie geantwoord "maar bang nog niet voor de duivel." "Mot je driemaal tikke" had die ander gezeid. En zoo had ie 'm 't adres opgegeven van de dievensociëteit.

Zoo zenuwachtig als ik ben, brengt het minste mij van streek, en eene vreemde helpster bij mij zou mij haast razend maken. Als Mammy zooveel om mij gaf als zij doen moest, zou zij gemakkelijker wakker worden natuurlijk zou zij dat. Ik heb wel van menschen gehoord die zulke trouwe dienstboden hadden; maar ik ben nooit zoo gelukkig geweest." En Marie slaakte een zucht.

Dat is wel heel ontzaggelyk treurig, papa! En ze vraagt nu telkens madera. Ze zegt dat ze zoo zenuwachtig wordt van chocola, als ze niet terstond daarop twee glazen madera drinkt. Zoo, papa? En vroeger, papa, werd mama zoo byzonder zenuwachtig van madera? Zonder chocola, Pompile! De dokter zegt ook dat madera heel gezond is, maar... met chocola, altyd met chocola!

Dag, Simon! klonk lager de heesche stem van Doening. Simon lachte gul, zenuwachtig, schudde rap zijn kop om in zijne keel iets los te krijgen, dat hem hinderlijk was en zijn stem smoorde. Hij drukte de kleine hand van Doening en het heel kleine handje van Francine. Die vier handen beefden daar. Ik dierf, stamelde Simon, het niet hopen dat ik u zien zou ....

"?.... och wel nee!" zei tante, die 't hartelijker bedoeld had dan Bernard vermoedde, een beetje geraakt, "een meisje op 't oog!.... Dacht-je dan dat ik daar ooit op zou willen influenceeren?.... 'k Zou me schamen!" Tante was werkelijk wat boos; zenuwachtig liet ze 't haakwerk in den schoot vallen en verzette al de kopjes op 't blad met kleine bonsjes.

Telkens lachte ze even, wat zenuwachtig, maar dadelijk stond haar gezichtje dan weer ernstig; soms kreeg het een heldere sereniteit, aandoenlijk van maagdelijken weemoed.... Eéns, 't was toen Paul haar, bijna fluisterend, verwonderd over zijn eigen vertrouwelijkheid, vertelde wat hij nu wou gaan schilderen, den stal van die oude boerin met haar zieke koe, en die prachtig gebogen horizonlijn , toen kregen haar oogen een doffen glans, werden ze vochtig, pinkten even..., en daar schrok hij van, Paul, daarvan werd hij plotseling, diep-innerlijk, hevig ontroerd; er kwam starheid van extase in zijn eigen oogen, hij kon even niets zeggen, en toen hij weer sprak was het met een andere stem, en met oogen zoo vol verrukking, dat zij de hare er voor neersloeg en wat verward scheen.... Hij had datzelfde gevoel nooit te voren gehad, dat wist hij zeker..., toch had al dikwijls een mooi gelaat hem ontroerd.... Maar dit was nieuw en machtig; het bleef drukken op zijn borst en kloppen in zijn slapen, 't had iets verlammends..., en toch was hij verrukt, had hij 't uit willen gillen!... Het verlangen kwam in-eens in hem haar portret te schilderen, en toen dadelijk een onbestemde angst daarvoor, een gevoel alsof hij dat juist doen móést..., maar het heelemaal niet kon....

De overste had een sigaar opgestoken en lag oogenschijnlijk zeer tevreden in een der ouderwetsche leunstoelen, terwijl de oude barones recht als een kaars op de sofa zat, en zenuwachtig haar dunne witte vingers bewoog.

Opdat Scipio mij niets te verwijten zou hebben, bleef ik het drie weken volhouden, om geregeld aan het hof te verschijnen en op zekeren dag werd de koning door mijn gezicht getroffen en liet hij mij roepen. Ik trad zijn kabinet binnen, wel eenigszins zenuwachtig, mij alleen te bevinden met mijn vorst. "Wie zijt gij?" vroeg hij. "Uw trekken komen mij niet onbekend voor.

Woord Van De Dag

saamgeklonken

Anderen Op Zoek