Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Dat maakte de dienstmeid spijtig, en ze zei, dat het een schande was den menschen al dien last aan te doen, om uitsluitend aan zijn vettigen buik te denken. En intusschen leefden Uilenspiegel en de dame zeer vriendschappelijk samen. Eens zegde zij tot hem: Thijl, zoudt gij de verdediging uwer gemartelde broederen op u nemen? De assche van Klaas klopt op mijne borst, antwoordde Uilenspiegel.
Waar is uwe arme moeder? Zit zij ook in het Steen? Laas! als zij hem maar niet levend verbranden! Uilenspiegel liep nog harder. Hij kwam Nele tegen, die hem zegde: Thijl, ga niet naar huis: die van de stad hebben er een bewaker gesteld van wege den keizer. Uilenspiegel bleef staan. Nele, sprak hij, is 't waar dat zij Klaas, mijn vader in 't gevang hebben gestoken?
Zij sprak geen woord meer, maar een huivering doorrilde haar en zij ging met hem binnen. Plotseling had zij den man herkend. 't Was Smul! Zij was er zeker van. Instinctmatig sloten zich haar lippen op elkaar. Waarom zij aan Alfons niet zegde dat ze Smul herkend had wist ze zelve niet....
Ik ben als ijzer op het aambeeld; God en een dief treffen mij tegelijk, zegde Soetkin. Zóó moogt gij niet spreken, antwoordde Katelijne; hij is geen dief, maar een duivel. Ten blijke zal ik u het perkament toonen, dat hij in de lochting achterliet. Daarop staat geschreven: "Vergeet nimmer mij te dienen. Binnen driemaal twee weken en vijf dagen, krijgt gij dobbel terug.
"Wij zouden dien mosselbak gaarne naar huis gevoerd hebben." "Het spijt mij, juffrouw, dat ik het niet doen kan. Ik heb eene haastige boodschap." Annah, die zeer menschlievend was, en daardoor ook beter dan hare vriendin de arme menschen verstond, zegde met haast tot den werkman, die gereed was om heen te gaan: "Het is in de Winkelstraat dat wij zijn moeten."
Daar zij niet antwoordde uit vreeze van verkeerd te spreken, deed hij het in heure plaats, en zegde hij op den toon van een zedenpreeker: Deugden der vrouwe zijn kuischheid, eerzaamheid en ingetogenheid. Hij ried haar aan zich zedig te kleeden en alles wat heur was, zorgvuldiglijk te verbergen.
Onbeschaamd, listiglijk en onbermhertig zag hij haar aan: Zeg mij het Onze-vader in Vlaamsche tale; men heeft het mij geleerd, laas! ik heb het vergeten. De arme vrouw zegde een Vader-ons, doch tamelijk vlug, maar hij dwong haar telkens tot langzamer spreken. En aldus noodzaakte hij heur het tot tienmaal toe te zeggen, aan haar, die op dit uur aan andere gebeden dacht.
Gij zijt een geus, een vijand des Pausen, zet hier geen voet meer. Uwe moeder? sprak hij. Ja, zegde zij blozend. Weet gij waar ze nu is? Daar waar het brandt, om te luisteren wat er gezegd wordt. En fluks gaat zij bij den Rooden Hond, hem alles overdragen en het beulswerk voorbereiden. Vlucht, Uilenspiegel, ik red u, vlucht.
Als 't over was werd Doka heel heesch zoodat Ghielen haar moeilijk verstond; ze zegde in der haast eene reek zonder dat ze 't zelf aaneen kon brengen; op 't einde vatte hij toch dat ze den ouden voois aan 't zagen was en weer beweren wilde: dat Ghielen eene maand gemist was in zijne rekening. Daarom wierd hij boos.
Viermaal drie is een heilig getal, en de dertiende is de echtgenoot. Vervolgens, daar de schout wilde spreken, zegde zij tot hem: Zwijg stille: hij hoort beter dan de aartsengel, die in den hemel de hertkloppingen der rechtvaardigen telt. Waarom komt gij zoo spa? Viermaal drie is een heilig getal; het doodt de ellendelingen, die mij willen vervolgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek