Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Satan, sprak Maria, eens komt een dag waarop er geen meesters noch slaven meer zijn, waarop Christus dewelke liefde is, en Satan, die de hoogmoed is, beteekenen zullen: Macht en kennis. Vrouwe, gij zijt goed en schoon, zegde Satan. En naar den keizer wijzend, vroeg hij aan Christus: Wat moet ik hiermee doen?

"En Mietje hebt gij ook nog," sprak zij, naar de zwarte merrie wijzend, toen zij den paardenstal binnen traden. René knikte bevestigend en zegde, dat hij nu drie paarden hield, omdat er zooveel te vervoeren was. Een jong katje kwam streelend tusschen hunne beenen gedrongen. "Och, Taine!" riep het meisje vreugdig uit en boog zich neder om het diertje te vatten.

Nele, sprak Uilenspiegel, ik ben een man, dat is waar, maar gemeen ben ik niet, want onze adellijke familie, eene schepenfamilie, voert drie zilveren pinten in een veld van bruinbier. Nele, is 't waar, dat men, in Vlaanderenland, kaaksmeten maait als men kussen zaait? Ik spreek u niet aan, zegde zij. Waarom doet ge dan uw mondje open om het mij te zeggen? Ik ben kwaad, sprak zij.

Hij was in het binnenhof van zijn paleis. Wat wilt gij? vroeg hij tot Uilenspiegel. U spreken heer! antwoordde Uilenspiegel. Spreek, zegde Brederode. Gij zijt, sprak Uilenspiegel, een schoon, dapper en krachtig man. Eens hebt gij een Franschman in zijn harnas versmacht, als eene mossel in hare schelp; doch zijt gij sterk en dapper, gij zijt mede verstandig.

Drie dagen reeds liep hij rond met de zekerheid dat vader geen duit had nagelaten. Met Nieuwjaarsdag zegde Trees, dat ze niets gevonden had, ondanks heur lange zoeken en Sophie, zijn zuster, had schertsend gelachen toen hij naar geld vroeg. "Waar zou vader de centjes vandaan gehaald hebben! Had ze hem niet moeten onderhouden sedert moeders dood?" Toch was Geerten niet heelemaal overtuigd.

Mijne beenen zijn stijf, heer vader. Kan het anders? sprak Karel, gij maakt er houten beenen van. Wacht, ik ga u vastbinden op een vurig peerd. De infant weende. Bind mij niet vast, sprak hij, ik heb pijn aan de lenden, heer vader. Maar, vroeg Karel, hebt gij dan overal pijn? Het zou niets zijn, zoo men mij gerust liet, zegde de infant.

Maar ter andere zijde, bij een andere zuil, was Leandros zichtbaar geworden. Zozimus herhaalde zijn smachtend verlangen-motief, minder hoog, mannelijker: de basfluit domineerde telkens. Cecilius, die Leandros speelde, zegde zijne liefde, zijne smachting naar Hero.

Verlinde dronk koffie met den wandelstok tusschen de knieën. Ze deed hem nog twee eieren zuipen en dan was hij veerdig. Zoo, Trezia, 'k ga, zegde hij heel gemoedelijk. God beware u, en goê thuiskomst, de groeten aan den Heer. Moet ik iets zeggen aan Freê? riep ze hem nog achterna. Neen, en te noen ben ik toch thuis. Langs de stallen stak hij zijn hoofd nog over de halve deuren en trok het hof af.

Als ze reeds op weg en buiten waren, zag hij Anna alleen die met lichten voet over 't messingstroo huppelde. Paula zou in huis blijven en voor eten zorgen, zegde zij en daarom kwam ze nader bij Odo, toonde hem alles waarin hij belang stelde, maar onderwijl praatten zij maar door en ze loechen daarbij en keken elkaar telkens lang in de oogen.

Robrecht nam de jonge Machteld bij de hand en bracht ze uit de kamer. "Ik zal u de zieke laten zien," zegde hij, "maar spreek niet luid in zijn tegenwoordigheid." Adolf van Nieuwland was door de knapen in een zaal van Robrechts woning gedragen en op een bed gelegd. Twee heelmeesters hadden de wonde vermaakt, en stonden met Diederik de Vos bij het ledikant.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek