United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Trezia ontwiek met een zucht en was allichte in de keuken. Tastelings ontstak zij vuur en door 't dringende van heur te doene bezigheden, voorzag zij: als Verlinde nu weg is, kan ik het brood bakken en den stal gedaan hebben, tegen dat 't ochtend is ben ik streek met mijn werk en ik ga Freê helpen in 't hooi.

Zijne handen hielden los het leizeel en de witbonte os trok met breede grepen schouderwringend de oude, krakende kar door 't zand. Achteraan stapte Freê, de gebrokene knecht, en droeg de zeis hoog als een wreed wapen over den schouder. 't Getrek wielde piepend door de diepe slagen van den wagenweg, zonder haast, in de rust van de omliggende doode dingen en den schemerval van het stille dageinde.

Bij den welstand, waarin zijn vader verkeerde, en de betrekkingen, die hij bekleedde, is er geen twijfel aan, of den jongen William viel de opvoeding te beurt, die jongelieden uit den gegoeden stand genoten. Wij kunnen dus gerust aannemen, dat hij op zijn zevende jaar, in 1571, ter school gezonden werd naar de free Stratford Grammar School, die sedert den tijd van koning Edward

Op dat woord wendde de boer in gedwongene beweging het hoofd naar het venster en kuchte eene doffe bevestiging. De knecht at voort zonder opzien. De klaver staat goed? vroeg de vrouw weer. Freê meende dat de vraag nu tot hem gericht was en als de boer toch niet antwoordde, voelde hij de ijle stilte die naar zijn wederwoord hangend openwachtte.

Als ik vroeg uitzet, dacht hij, ben ik 's noens terug; dan kunnen we in 't hooi werken, en als 't even zonnewarm is als vandaag, kan het tegen s' avonds al droog zijn. Jawel, Freê, morgen tijdelijk, 't hooi openvimmen, na den noen kunnen we samen hopperen.... Freê stond en wachtte nog wat. De vrouw was in 't achterhuis heur schotelgerief aan 't wasschen.

Zoo tot morgen, goên avond vrouw. n' Avond Freê. De boer kwam ook naar buiten en zag den gekrookten, ouden vent vóór zijne voeten het hof verlaten. De maan blonk vlijtig in 't effen geluchte met zeldzame sterren en de lichte smoor zweefde hier manhoogte in dunne deklaag over de velden. Freê wees naar de wolkenbank die als een vereende, uitgerekte vischgedaante ten Westen aan den einder hing.

Op de eerste verdieping vindt men een ruim lokaal, goed bewaard, waar de balken der zestiende eeuw nog zichtbaar zijn; het is een schoollokaal en was dit sinds eeuwen; in Shakespeare's jeugd was er de school, een zoogenoemde Grammar of Free school gevestigd, waar hij ongetwijfeld verscheiden jaren, van zijn zevende af, doorgebracht en het Latijn en Grieksch geleerd heeft, dat hij machtig was.

Ho, Dolf! riep hij ineens. Hij hoorde 't zoo duidelijk nu als van een mensch uitgesproken, en eer hij 't zijn handen vast bevolen had, snokten ze 't zeel en Dolf, de gezapige os, stond palstil te wachten. Verlinde wist nu eigenlijk niet wat hij er van houden moest. Freê, zegt ge entwat? De oude knecht rekte den hals lang uit bezijds de kar en: Ik, neen-ik, boer.

De boer spande den os uit en stak hem op stal, terwijl Freê de klaverbundels in 't voederkot ketste. De vrouw kwam bij, wenschte "welkom" en stond met de handen op de heupen te zien naar de bezigheid. De avondkost was gereed en de drie menschen aten bij tafel, in de donkere keuken.

Koorgezang had te voren de mooie woorden begeleid van het lied, door den heer Griffis geschreven, waarin de woorden voorkomen: »Forth from their mother-land outcast Our fathers fled to find a home: Long dwelt they guests, in conscience free Within a State without a throne.