Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
Een bed met zijden dekens, een geborduurd hoofdkussen en gordijnen rozerood met witte lelietjes! Verder weer eene speelkamer met de snoezigste poppen. Een verder allerlei mooi speelgoed. En 't laatste 't beste! Eene leeskamer met boekenkasten, vol van boeken in prachtbanden. In die kamer gemakkelijke kanapeetjes, om op te zitten. Nellie schaterde van pret!
Alleen 's avonds had Nellie altijd verlangen naar Moeder en was het net, of ze lag te wachten, dat Moe evenals thuis zacht binnen zou komen om haar een' nachtkus te geven. Maar over dag was het zoo'n leventje van plezier, dan had Nellie geen' tijd om aan iets anders te denken. Zoo ging het eene week, zoo ging het twee weken. Toen begon Nellie een beetje moe te worden van al dat pret maken.
"Zie, ze willen toch niet door mij geholpen worden," bromde Nellie. "Dat komt, doordat je ze bij 't helpen nooit eens aardig aan den praat houdt: je zit altijd met de gedachten in je boeken," zei Moeder. Toen de kleintjes in bed waren, gingen Vader en Moeder en de grootere kinderen nog een gezellig praatje houden, maar Nellie wou maar liever in bed gaan.
Wie ons dien schat, het geloof in het Opperwezen heeft doen vinden? Mevrouw Nellie van Kol. 't Mag dan zijn, dat lang te voren het in ons reeds aan het werken en gisten is geweest, wij ons zelven onbewust, een zieleproces ondergingen; een feit is en blijft: Mevrouw van Kol heeft de nevelen voor onze oogen weggevaagd, waardoor het Licht helder tot ons straalt.
Maar als Nellie dan ook vertelde, hoe ze zich met al die heerlijkheden toch eigenlijk zoo ongelukkig gevoeld had, kregen ze de tranen in de oogen en waren ze met Nellie blij, dat het mooie kasteel eindelijk maar in den grond gezonken was. Toen Nellie heelemaal beter en sterk en flink was geworden, werd ze een heel ander meisje.
't Is zoo waar, wat Nellie zegt: "Het leven brengt soms nog wreeder scheiding dan de dood; en wat de dood ons ontnam in den bloei der liefde en der vriendschap, dat blijft veel zekerder ons geestelijk eigendom, dan wat het leven ons laat!" Arme, lieve, oude Vader, dat hij dit op zijn ouden dag van zijn hartekind moet ondervinden. 't Is bitter hard voor hem; moge God mij vergeven.
Och, Nellie wist het niet ze wist alleen, dat ze in huis wou leven en nergens liever. Maar hoe kan ze ooit weer in huis komen? En als ze in huis kon komen, waar zou ze zeggen, dat ze geweest was? En zouden Va en Moe haar wel ooit weer willen hebben, nu ze maar zoo van hen weggeloopen was?
Die malle vrouw van den houthakker, zich eene worst te wenschen! Nu, als er bij mij eens eene fee kwam, ik zou beter weten, wat ik wenschen wou. Hè ja, als er eens eene fee kwam! als...." en Nellie sloeg de oogen uit het boek en keek droomend in 't rond. Daar op eens werd het zwart voor hare oogen en suisde het in hare ooren.
Nellie werd niet op eens een engeltje van liefheid en zoetheid: ze had hare gebreken, zooals ieder ander kind; maar dat ééne, dat groote gebrek had ze niet meer, en dat maakte niemand gelukkiger dan Nellie zelf.
Dan had ze niet genoeg geleerd, dan was haar breien, dan haar haken weer niet goed genoeg. "Maar wat ben ik toch dom!" dacht Nellie op eens. "Ik kan mij immers een plaatsje wenschen, waar ik ver van al die menschen, die ontevreden op mij zijn, rustig leven en genieten kan. Dat ik daar nu niet eerder aan gedacht heb! Maar Moeder en Vader verlaten en al de broertjes en zusjes?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek