Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu had een ander toch ook eens plezier van haar rijkdom. "Dat doe ik eens weer," dacht ze. "Kan ik dan voor mijne ouders en voor mijne eigen broertjes en zusjes niets doen, dan kan ik toch vreemde menschen gelukkig maken." Maar och, wat eene teleurstelling voor die arme Nellie!

't Heele huisgezin zat, onder de veranda, en Moeder trakteerde op zure melk. "Kom, Nellie," zei Clara, "hier is je bordje," maar Nellie had geen' lust meer in zure melk na 't eten van den pudding: ze bedankte. "Hoe is 't mogelijk," riep Clara, "lust je geen zure melk, en ik meende nog wel, dat je er zoo blij mee wezen zou!" "Ik heb er van avond geen' lust in," zei Nellie.

Ze had in huis in den laatsten tijd ook altijd al zoo gesmuld: "'t Is toch waar, wat Moeder wel eens zei," dacht Nellie, "als je altijd lekker eet, proef je op 't laatst niet meer, dat het eten lekker is, en als je altijd mooi bent, zie je 't op 't laatst niet meer."

Soms ja soms verlangde Nellie, dat ze een oogenblikje thuis mocht wezen in haar klein eenvoudig huis soms wenschte ze, eene gewone boterham thuis te mogen eten in plaats van al die lekkernijen hier. Soms, ja.

Nellie kreeg het zoo benauwd bij dat verhaal, en was schrikkelijk bang, dat het uit zou komen, dat zij de oorzaak van al die ellende was. Ze maakte maar gauw, dat ze in huis kwam. Ze hoorde Moeder nog zeggen, dat zij ook niet geloofde, dat Jacob oneerlijk aan het geld was gekomen; maar dat één van haar kinderen ook onmogelijk het geld gegeven kon hebben.

Zelfs Wim hadden ze een stukje suiker in de hand gestopt, en die riep maar al: "Mim geven!" Och, wat was Nellie blij met al die liefde van haar eigen lieve ouders en broertjes en zusjes. Ze had daar in hare ziekte immers zoo naar verlangd.

Nu waren de broertjes en zusjes niet meer te houden, en Nellie bedelde er om, ze toch even te mogen zien.

Ik dacht alleen aan de belangen van mijn raadgeefster, en zie de gegeven raad kwam ook mijzelve ten goede. Vader liefkoosde me weer, en sprak met me of er niets was gebeurd. Wat zou ik me vroeger, vóór ik Nellie kende, doodongelukkig gevoeld hebben onder Vaders toorn en ongenade, maar nu hebben wij God om op te steunen en te vertrouwen, en wij waren kalm onder dat ongeval.

Acht dagen lang heeft de koorts geduurd, en al dien tijd heb je niets dan wonderlijke dingen gepraat, van een kasteel en een tooverstafje, en ik weet niet wat al." 't Was of Nellie een steen van 't hart viel bij die woorden van Moeder. Ziek was ze, koorts had ze gehad acht dagen lang, en in de koorts had ze alles gedroomd.

Och, kom, die houden toch niet van mij! Clara is altijd de beste. Misschien, als ik weg ben dat ze dan nog wel een beetje bedroefd zullen wezen; misschien, dat ze dan nog wel merken zullen, dat ze iets om mij geven. Ik doe het ik ga morgen een ander plekje wenschen, om daar gelukkig te zijn." Met die gedachte ging Nellie in bed.