Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


SILVIA. Ik bid u, laat mij de' andren nog eens zien. JULIA. Dit mag niet zijn; vergeef mij, beste jonkvrouw. SILVIA. Daar, neem dit weer! Ik wil het schrijven van uw heer niet inzien, 'k Weet, met geloften is het opgepropt, Met nieuw verzonnen eeden; maar hij breekt die, Zoo ras als ik hier zijn papier verscheur. JULIA. Hij zendt uw edelheid ook dezen ring.

"Ei lieve, goede vriend!" zeide de hansworst: "gij ziet, mijn Cezar laat zich niet verschalken. Wees zoo goed, neem uw valsche munt terug, en geef hem een beter stuk geld voor zijn moeite." De gezel, tot wien hij deze toespraak richtte, was een stevig jonkman van zes voet hoog, grof gespierd en zwaar van leden; doch wiens heldere blauwe oogen goedhartige welwillendheid teekenden.

De man dacht: »staat het zóó met de vrouw, dan moet ik mijn voorzorgen nemenNu had hij een mooi stapeltje rijksdaalders bij elkaâr, die wisselde hij in voor goud, en hij zei tegen Katerliesje: »Zie je, dat zijn gele gokkels, die zal ik in een potje doen en in den stal achter de koeien begraven; maar kom er niet bij, want dan zou het misloopen.« »Neen Friedertje, dat zal ik zeker niet doenzei Katerliesje. Nu, toen dan Frieder weg was kwamen er marskramers met aardewerk in het dorp, en zij vroegen aan de jonge vrouw of zij niets te verhandelen had. »Och, lieve menschenzei Katerliesje, »ik heb geen geld en ik kan niets koopen; maar kun je soms gele gokkels gebruiken, dan koop ik wat.« »Gele gokkels, waarom niet, laat eens kijken.« »Ga dan naar den stal en graaf achter de koeien, daar kun je de gele gokkels vinden, maar ik mag er niet bijkomenDe kerels gingen, en toen zij aan 't graven waren, vonden zij zuiver goud. Zij pakten het bij elkaar en liepen er gauw mee weg, de potten en pannen lieten zij staan. Katerliesje vond dat zij het nieuwe gerij ook gebruiken moest; maar zij had er in de keuken geen gebrek aan. Toen sloeg zij uit iedere pan den bodem, en stak ze allemaal als sieraad op de palen van het hek om het huis heen. Toen nu Frieder thuis kwam en de mooie pronk zag, zei hij: »Katerliesje wat heb je uitgevoerd?« »Dat heb ik gekocht Friedertje voor de gele gokkels van achter de koeien: maar ik ben er niet bij geweest hoor! de marskramers moesten ze netjes zelf opgraven.« »Och, vrouw, wat heb je nu weêr uitgehaald! Het waren geen gokkels, het waren goudstukken, ons heele vermogen; dat hadt je niet mogen doen!« »Ja, Friedertje, dat heb ik niet geweten, dat hadt je mij moeten zeggenKaterliesje stond een poosje te denken, toen zeide ze: »hoor eens Friedertje, dat goud zullen wij wel weer terug krijgen, wij zullen de dieven achterna loopen.« »Kom dan maarzei Frieder, »dan zullen wij 't probeeren; maar, neem boter en kaas meê, dat wij onderweg iets te eten hebben.« »Ja, Friedertje, ik zal het meênemenZij gingen op weg, maar Frieder was vlugger ter been en daarom kwam Katerliesje achteraan. »Dat komt voor mij goed uitdacht ze, »want als wij omkeeren ben ik een heel eind vóórNu ging het een berg op, en aan beide kanten van den weg waren diepe wagensporen. »Kijk nu toch eens aanzei Katerliesje, »hoe ze mij dat arme aardrijk, verscheurd en beschadigd en ingedrukt hebben! Dat wordt van zijn leven niet weêr goeden de meêlijdende ziel nam haar boter en bestreek er rechts en links de wagensporen meê, dan zouden ze niet zoo 'n last van het drukken van de wagens hebben. En toen zij in haar barmhartigheid zoo neêrbukte, viel er een kaas uit haar zak en rolde den berg af. Toen zei Katerliesje: »ik ben al ééns naar boven geklommen, een tweede keer bedank ik er voor; dan mag hem een ander achterna gaan en terughalenZij nam dus een tweede kaas en rolde hem naar beneden. De twee kazen kwamen niet terug, en toen liet ze nog een derde den berg afrollen, want ze dacht: »mogelijk wachten ze op gezelschap, ze gaan zeker liever niet alléénToen ze nu alle drie wegbleven zei ze: »wat moet d

Ik wilde niet, dat ge hem kreegt. Maar ge zult zeker kwaad op mij zijn, wanneer wij elkander straks wederzien. Men ziet elkander immers weder, niet waar? neem uw brief." Zij greep krampachtig met haar doorboorde hand de hand van Marius, maar zij scheen geen pijn meer te gevoelen. Zij bracht de hand van Marius in den zak van haar kiel. Marius voelde er inderdaad een papier. "Neem," zeide zij.

De Celles echter gaf stilzwijgend François een wenk en in 't zelfde oogenblik smeet de knecht den onthutsten jongen de deur uit... »Neem me niet kwalijk..." stamelde Jakob verbouwereerd, want hij was juist tegen een voorbijganger aan gekomen. Tegelijkertijd echter zag hij, dat het mijnheer Vermaat was.

Wordt er een toost gehouden, waarbij men op iemand's gezondheid drinken moet, neem er dan een slokje van. Heeft men een mes of vork of broodje laten vallen, vraag den knecht dan ongemerkt om een ander; ook uw servet moet gij in dat geval niet zelf oprapen.

Neem me niet kwalijk, edele heer; zouden we niet eens probeeren, of we ergens een plekje kunnen vinden, waar we vannacht kunnen logeeren. Het begint al mooi donker te worden." Ja, dat vond de Kalif toch ook wel zoo verstandig. "Kijk eens, daar beneden zie ik, dunkt mij, de overblijfselen van een oud kasteel," zei de Kalif. "Laten we eens zien, of we daar niet in kunnen komen."

Neem aan dat de meisjeshandel zoowel in Nederland als Duitschland op denzelfden grondslag strafbaar gesteld is; in beide landen heerschen dezelfde bepalingen ten opzichte van den omvang van de werking der strafwet. De verleiding van een Hollandsch meisje om in een Duitsch bordeel te gaan is in Nederland voltooid. Zonder twijfel moet dan de berechting in ons land plaats hebben.

Weigeren zou een beleediging zijn; aannemen was meer dan penibel... Wat te doen? U zult zelf een besluit moeten nemen, als ge er zult zijn.... maar neem in ieder geval zelf eetwaren mee. Te Barca d'Alva begint weer de bekoring van Portugal.

Neem een oud beddelaken, werp dat over uw schouders, steek uw hoofd daardoor, en naai de twee afhangende einden aan elkander, maak van voren een ruimen zak, en gij hebt een boeboe.

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek