Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Toen ze thuis waren zei Frieder: »Katerliesje, nu moet je vlijtig zijn en werken.« »Ja, Friedertje, dat zal ik doen, ik zal naar het land gaan en 't koren snijden.« Toen Katerliesje op het land was zei ze in zich zelf: »Wat doe ik nu eerst, eet ik voor ik ga snijden, of snij ik voor ik ga eten?
Van de trap af zag Katerliesje het ongeval al: »Groote grutten! wat begin ik nu, dat Frieder het niet merkt.« Ze dacht een oogenblikje, en toen schoot het haar te binnen, dat er van de laatste kermis, nog een zak met fijn tarwemeel op zolder stond, dat zou ze afhalen en op het bier strooien. »Ja, ja, wie bij tijds wat spaart, die heeft wat in den nood!« en ze ging naar den zolder, droeg de zak naar beneden en gooide hem boven op de kan met bier, dat die omviel; en toen zwom Frieder's drinken in de kelder. »Wel ja, waar het ééne is, daar hoort ook het andere,« zei Katerliesje, en ze strooide het meel over de heele kelder uit.
Op een dag zei Frieder: »Katerliesje, ik ga naar het land; als ik weerkom, moet er gebraad op tafel zijn voor den honger, en een frisschen dronk voor den dorst.« »Ga maar gerust Friedertje,« zei Katerliesje, »ik zal voor alles zorgen.« Toen het nu tegen etenstijd liep, haalde zij een worst uit den schoorsteen, nam een braadpan, deed er een kluitje boter in en de worst, en zette het op het vuur.
Toen ze na lang slapen weêr wakker werd, was ze half naakt, en ze dacht: »Ben ik het, of ben ik het niet? och, ik ben het niet!« Intusschen was het nacht geworden en zij liep het dorp in en klopte bij haar man aan het raam en ze riep: »Friedertje!« »Wat is er?« »Is Katerliesje soms binnen?« »Ja, ja,« zei Frieder, »die is zeker binnen en ligt te slapen!« Toen zei ze: »dan ben ik het zeker niet,« en ze liep weg.
Maar de hond was de vlugste, en hij liet ook de worst niet los, die wipte op en neer over den akker. »Weg is weg,« zei Katerliesje, en keerde weer om; en omdat ze moê was van 't harde loopen, ging ze lekker langzaam om wat op te koelen.
Zoo aten ze samen het droge brood, en Frieder zei: »Katerliesje, heb je ons huis wel verzekerd toen je bent weggegaan?« »Neen, Friedertje, dat had je me eerst moeten zeggen.« »Ga dan weer terug, en verzeker het huis, voor wij verder gaan; en breng dan ook wat ander eten meê; ik zal hier op je wachten.« Katerliesje ging terug, en zij dacht: »Friedertje wil ander eten hebben, boter en kaas smaakt hem zeker niet; dan zal ik een doek vol hussen en een kruik azijn meênemen.« Toen grendelde zij de bovendeur, maar de onderdeur lichtte zij er uit, en droeg hem op haar schouders, want ze dacht, als ze de onderdeur in veiligheid bracht, dan zou het huis wel goed bewaard zijn.
De worst begon te braden en te prutsen, Katerliesje stond er bij, hield den steel van de pan vast en soesde zoo'n beetje heên. Toen viel haar in: »Terwijl de worst braadt, kan ik wel even in de kelder het bier aftappen.« Ze zette toen de pan van het vuur, nam een kan, ging in de kelder en tapte bier.
Buiten vond ze dieven die gingen stelen, zij ging bij hen en zei: »ik zal jelui helpen stelen.« De dieven dachten, zij zou de plaats wel goed kennen en vonden het best. Katerliesje ging naar de huizen en riep: »Menschen heb jelui wat, wij willen stelen!« »Dat zal goed gaan,« dachten de dieven en ze wilden Katerliesje wel graâg weêr kwijt zijn.
Katerliesje haastte zich niet onder weg, en toen ze weer bij Frieder was, zei ze: »Daar Friedertje heb jij de deur, nu kun je zelf op het huis passen.« »O, lieve Heer nog toe,« zei hij, wat heb ik een slimme vrouw! die neemt de onderdeur er uit, dat ieder naar binnen kan loopen, en van boven grendelt zij hem dicht!
Maar de kelder is weer heelemaal droog.« Toen zei Frieder: »Katerliesje, Katerliesje, dat hadt je niet moeten doen! Je laat de worst opeten, het bier uit het vat loopen, en nu vermors je ook nog ons fijne meel!« »Ja, Friedertje, dat heb ik niet geweten; dat hadt je me ook moeten zeggen.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek