Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


»Zijt gij dan nog op mij verstoord, dat gij mij geen woordje tot welkomst wilt zeggen?" vroeg hij op een toon van gekrenkt gevoel. »Neemt gij het mij dan zoo kwalijk, dat ik fortuin heb gemaakt door de industrie en niet door de kunst?" »Och, wat gaat mij de kunst aan!" riep nu Verburg knorrig, »maar ik ben suf van verbazing, begrijpt gij dat dan niet!

Standje kon zijn verrukten blik van het frisch mooi nichtje niet afwenden; en alleen Cordúla beweerde knorrig dat die bloemen niets beteekenden en dat het bovendien verkeerd en ongepermitteerd was ze te plukken, en dat de boeren, als ze 't zagen, er verschrikkelijk kwaad om zouden zijn.

Ze was plots jong geworden. Toen ze in den derde-klasse-coupé zat met de ouwe rimpelhanden op de hengselmand, riepen ze 't nòg eens: "Weet je 't nou, tante Bart?" "Ja, ja, ja," knikte ze knorrig. "Zullen we 't maar niet op 'n stukkie pampier schrijven?" "Wel gut nee, mensch! Wat maak-ie je nou toch moeilijk!" "As-je 't nou eens vergeet!" "Ik vergeet 't niet."

Op 't laatst durfde hy niet terugkomen uit vrees dat die heer aan de poort knorrig worden zou... Nu, en hoe is 't verder? Ik... weet... niet... verder, stamelde Wouter, ik weet niet wat het jongetje doen moest om in den hemel te komen. Wouter wist wèl verder, al kon hy niet onder woorden brengen wat-i wist. Dit bleek 'n uur later.

Wanneer de samenstellende cellen in onze weefsels beginnen ineen te krimpen en door gebrek aan voedsel achteruit te gaan; wanneer de verschillende organen van ons lichaam vermoeid zijn van niets-doen en knorrig hun natuurlijke beweging eischen, dan zegt de mensch niet, "mijn weefsels eischen nieuwen toevoer", of "mijn organen verlangen naar werk", maar hij zegt: "Ik heb honger". Dat "Ik", de persoonlijke bewustheid, die de gewillige samenwerking van al de deelen van het lichaam leidt, zet zich aan het werk om voedsel te verkrijgen.

't Scheelde dan ook maar een beetje, of hij had zoowel 's morgens als 's middags school moeten blijven. Bij 't rekenen maakte hij meer dan de helft van de sommen fout, en bij 't lezen wist hij niet, waar hij beginnen moest. De meester werd eindelijk knorrig op hem. "Jij moest beter opletten, Jantje, anders worden wij kwade vrienden."

"Kijk dan toch uit, Betty!" riep vrij knorrig de jongenheer Carlo junior, die op de onderste trede van de trap zich oefende in het op het hoofd staan. "Schei er liever uit, als je die flesschen telkens laat vallen; je gooit me nog een gat in het hoofd." "Dat zou jammer wezen," antwoordde zijn broer Paulo, die een eind verder op den grond zat en bezig was met het scheren van een witten poedel.

Wat zal mama in haar schik zijn. En hij leerde de rest van de fabel, zooals hij het eerste gedeelte geleerd had. In minder dan een kwartier kende hij ze letterlijk en hij was juist bezig om ze op te zeggen, toen zijn moeder bij ons kwam. Eerst keek zij een weinig knorrig, dat zij ons bij elkander zag, want zij dacht, dat wij samen speelden, maar Arthur liet haar den tijd niet een woord te zeggen.

Frits lachte, dat de tranen hem over de oogen liepen, en Marie nam Bijou, die met een schuinschen blik angstig naar oom Harmsen zag, op haar schoot en kuste zijn zwarten snoet, terwijl ze half knorrig, half lachend, zei: „Kom jij maar hier, m’n beestje; ik vind je lief, hoor! Stoor je maar niet aan oom Bullebak!

Enkelen lachten, anderen namen het kalm op, alsof zij er al aan gewend waren; ze zonden het door en gingen weer aan hun bezigheden wat die ook waren. Maar Abraham was bezig zijn zonnewijzer in de vensterbank te verbeteren, en toen zijn buurman hem een blauwen prop toegooide, werd hij knorrig.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek