Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Zoo was hij langzamerhand een zeer knap en zeer belezen man geworden, maar ook een zeer knorrig huisgenoot. "Hebt je niets gemerkt?" "Wat dan?" "Neen, mannen merken nooit iets. Maar weet je wat ik gemerkt heb? Dat Huug wel eens op den inval kon komen met Renée te trouwen." "Zoo-oo?" vroeg hij, blijkbaar verwonderd, zweeg toen een poos en snoof daarop. Hij snoof altijd als hij boos was.
Ook mijn soldaten gaven toe aan dit gevoel, toen Welentschuk opgenomen en op den wagen gelegd moest worden, die gehaald was om hem te transporteeren. Shdanoff naderde den gewonde knorrig en nam hem bij zijn schouders, zonder op zijn steeds sterker geschreeuw te letten. Wat staat gij allen daar te kijken? Helpt een handje, riep hij.
Na eenige oogenblikken lang geaarzeld te hebben, zeide hij een weinig stotterend: "Jean, gij hebt ongelijk gehad met mij niet alles te komen vertellen.... Als gij Babet liefhebt en Babet u bemint...." "Babet mij beminnen!" riep ik uit. Mijn oom maakte een knorrig gebaar. "Laat mij toch uitspreken. Ik heb geen nieuwe bekentenis noodig.... Zij heeft het mij immers zelf verklaard".
"Kerstmis nónsens, oom!" zei Scrooge's neef, "dat meent u niet." "Waarachtig wel," zei Scrooge. "Vroolijke Kerstmis! Welk recht heb jìj om vroolijk te zijn? Jìj bent arm genoeg, zou ik zeggen." "Kom nu," antwoordde de neef vroolijk, "welk recht hebt ù om knorrig te zijn? ù is rijk genoeg."
»Er is nog iemand, die we ondertusschen niet mogen vergeten,« zei de heer Brownlow en schelde. »Laat juffrouw Bedwin boven komen.« De oude huishoudster gaf dadelijk aan den oproep gehoor; ze maakte een buiging bij de deur en wachtte op verdere bevelen. »Jij wordt elken dag blinder, Bedwin,« zei Mr. Brownlow, ietwat knorrig.
Toen hij hoorde dat Alexis gedwongen was om verscheidene dagen rust te houden, was hij zeer knorrig: wie zou nu het wagentje voortrollen? hij had niemand, die het werk van Alexis kon waarnemen; wanneer het voor vast was, dan zou hij wel iemand vinden, maar voor enkele dagen slechts was het op dit oogenblik zelfs onmogelijk; er bestond gebrek aan mannen en vooral aan kinderen.
Nu antwoordde de priester wien het zweet langs het gelaat liep, zoo hard werkte hij knorrig: "Ik bezweer u bij uw ouden dag, laat mij met rust! Ik kan u mijn ongeluk niet vertellen." De honderd dochters. Maar dit antwoord maakte den ouden man nog nieuwsgieriger en nog sterker drong hij er op aan te mogen hooren, waarom de priester op een heiligendag werkte.
"Daar zal nog wel plaats voor één wezen. Er is al een goede hoop negers in ieder. Ik weet niet wat ik met nog meer moet doen." Het was laat in den avond, toen de vermoeide bewoners der hutten bij troepen naar huis kwamen mannen en vrouwen, in vuile gescheurde kleeren, knorrig en wrevelig en in geene stemming om nieuwe medebewoners vriendelijk aan te zien.
Integendeel, ik wierp die knorrig achter mij toe, hetgeen aunt Ellinor zeker niet onopgemerkt heeft gelaten. Zij was er wel de vrouw toe om mij in die paar dagen opmerkzaam gade te slaan en te leeren kennen, en ik was geen kind om mij te kunnen of te willen verbergen.
"Och!" zeide ik: "ik ben niet gaarne tot overlast; dan ga ik liever direct heen. Want ik was knorrig. Zie, ik ben doodgoed, maar ik heb niet graag, dat iemand mij affronteert." "En ging UEd. toen heen?" "Nog niet: als UEd. hooren zal. Het mooiste moet nog komen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek