United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bollekens junior sprong als onder een zweepslag op. Wat! kreet hij. Hebt gij hem dat gezegd? Ik heb het hem niet moeten zeggen, hij kent mij al van vroeger en heeft door zijn vader over mij gehoord, bekende zij. O! die schurk! die spion! riep Bollekens zijn vuisten naar de Rosbach ballend. Opnieuw zat zij een poos stilzwijgend, als in geheime gepeinzen.

En van dat oogenblik af had die gebeurtenis de openbare meening, zooals men weet, zeer beziggehouden, en was de ontroering vooral opgewekt door de aandoenlijke bijzonderheden, die door de dagbladen der beide halfronden medegedeeld waren. Ziedaar, wat professor Sylvius Hog zoo beknopt mogelijk aan zijn vriend den heer Help Junior mededeelde.

Hoe in Israël een mormoonsch profeet uit den stam van Jozef de jaarboeken van den nieuwen godsdienst gaf en hen aan zijn zoon Morum naliet; hoe vele eeuwen later eene vertaling van dat kostbare boek uitkwam in egyptische karakters, door Jozef Smith junior, een boer in den Staat Vermont, die in 1825 als mystisch profeet opstond; hoe eindelijk een gezant uit den hemel hem in een vurig bosch verschenen was en hem de jaarboeken des Heeren ter hand had gesteld.

Het is zoo; wanneer wij het groot getal verzenmakers, als: WIJBRAND MICHIELS, PETRUS BAARDT, T. SONNEMA, HENDRIK RINTJES, VITUS RINGERS, HERO GALAMA, FOPPE FOPPESZOON JUNIOR, GABBEMA enz. uit de 17e eeuw, gelijk FRANÇOIS HALMA, ROELOF ROUKEMA, WIJBRANDUS DE GEEST, MAGDALENA POLLIUS, JETSKE REINOU VAN DER MALEN, EELKE MEINDERTS, CLARA FEIJOENA VAN SIJTZAMA, JOAN SANDE, JAN AUKES BAKKER, SYMEN en JAN ALTHUYSEN enz. uit de 18e eeuw, wier verzen om de onderwerpen of hunne zedelijke of godsdienstige strekking den bijval verwierven van hunne tijdgenooten, niet gelijk willen stellen met hen, wier verheffing, smaak en gevoel hun aanspraak geeft op den naam van Dichter, in den hoogeren zin van dat woord, dan bepaalt dit getal zich tot weinige personen.

Waarom zij zoo plotseling weg moest lichtte mevrouw Bollekens junior niet nader toe, maar des te krachtiger drong zij aan op onmiddellijk vertrek. Bollekens zoon kwam tegen dat onverwachte besluit radikaal op. Zij zal niet weggaan; er is geen enkele reden om haar te doen weggaan, zei hij, vastberaden.

Het huis, hoe groot en ruim ook, had geen geheime plaatsen, waar iemand zoo maar dag aan dag en voor hoelang misschien, kon opgeborgen blijven. Het was wanhopend; meneer Bollekens junior scheen maar geen raad te kunnen vinden, toen hij plotseling, als door openbaring, op een idee kwam, die hem den vinger, in een gebaar van wijsheid, op 't voorhoofd deed drukken. Hij had het gevonden!...

Wilt ge nu eens wat weten, jammerde de oude man: ze moeten 't ander paard nu ook hebben. Nom de nom de Dieu! brulde Bollekens junior. De oude man was als geknakt. Hij strompelde naar zijn leunstoel en liet er zich zwaar in neervallen. Ik kan dat leven niet langer uithouden, ik k

Zij zal wèl weggaan; daarvoor is alle reden en dat weet gij beter dan iemand! snauwde de jonge vrouw haar echtgenoot toe. Bollekens junior, eenige, door zijn ouders zeer verwende zoon, was koppig en tyranisch. Hij duldde absoluut geen tegenspraak. Zij zal niet weggaan. Ik ben hier immers de baas! herhaalde hij nog eens, met klemmenden nadruk.

Kom, geef mij een zoen, kleine Hulda! En gij een flinken handdruk, mijn wakkere jongen. En dan ga ik aan mijn vriend Help Junior te Bergen schrijven." Broeder en zuster verlieten de kamer gelijkvloers, die de professor voor eenigen tijd wilde huren, en gingen weer aan hunne bezigheden met een eenigszins verlicht gemoed en een weinig hoop in het hart. Sylvius Hog bevond zich toen alleen.

Hij deed alles wat mogelijk was, om die nasporingen te doen slagen, en hij werd daarbij behoorlijk door zijn vriend, den heer Help Junior, en ook door de verschillende autoriteiten gesteund. De heer Help wenschte den professor nog eenigen tijd als gast bij zich te behouden. Maar deze bedankte beleefd nog langer in die stad te blijven.