United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vandaar zou dat schrijven daags daarna vertrekken. Den 11den Juni zou het te Bergen zijn. Dus op den 12den des avonds of op den 13den des voormiddags op zijn laatst, zou de heer Help Junior kunnen geschreven hebben. Die berekening was nauwkeurig. Daar ontbrak niets aan. Drie dagen op dat antwoord te moeten wachten! O, wat schenen zij lang!

Maar Bollekens junior was reeds aan 't rennen. Hij holde, ondanks het formeel verbod van den verwonden wisselwachter, om den dreunenden trein heen en vloog naar de wachtkamers toe. Te laat! Het stationsgebouw was door gendarmen afgezet en onder donderend joelgedruisch reed de trein weg. Bollekens junior keek peilend door de vensterramen, maar zag de knappe meid niet meer.

Op dit gewichtig oogenblik was het dat de merkwaardige Petrus Stastokius Junior een Simsonsverzuchting slaakte, den haak in edele verontwaardiging opnam, tegen den wal zette, en er met zooveel geweld en zoo groote inspanning van krachten op neerviel, dat de schuit plotseling losraakte en achteruitstoof, terwijl de edele bewerker van dit voorval zelf voorover in het water stortte.

Nom de Dieu!... Nom de Dieu de nom de Dieu! raasde hij woedend in 't rijtuig terugstappend. In gestrekten draf reden zij naar de stad terug. Meneer Bollekens vader beefde akelig. Meneer Bollekens junior zat stom, met verwrongen, bleek gezicht, op zijn sigaar te bijten. Maar dat is toch niet mogelijk! riep af en toe, als in een kreet van opstand, vader Bollekens.

De knappe meid sidderde er even van en Bollekens junior schokte ervan op doch hield zich goed. Nu zaten zij even en keken elkander aan. De eerste officier had een levendig gezicht, bruingebrand door zon en buitenlucht, met héél lichte, stoutmoedig en geestdriftig schitterende oogen. Dat was er wel een die desnoods durfde, een die niet gauw voor iets terugdeinsde.

Professor Silvius Hog wenkte Hulda en haren broeder om nader te treden. Hij praatte nog met hen over Ole Kamp en vertelde hun alles, wat zijne levendige verbeelding min of meer aantrekkelijks scheppen kon, en hij sprak daarbij met eene overtuiging, die op zijn minst zonderling genoemd mocht worden, na den brief van den heer Help Junior. »Neen," zeide hij, »ik heb er een voorgevoel van.

»Kent gij ze?" »Ja," antwoordde Joël. »Het zijn de Gebroeders Help te Bergen." »Wat, de Gebroeders Help van Bergen?" riep Sylvius Hog verrast uit. »Ja." »De Gebroeders Help Junior," vroeg de professor. »Ja." »Wel, die ken ik ook. De jongste, Help Junior, zooals hij genoemd wordt, hoewel hij van mijn leeftijd is, behoort tot mijne goede vrienden.

Petrus Stastokius Junior moest alzoo op het acquit spelen, en hij maakte zich werkelijk tot dien arbeid gereed.

Doch de jonge luitenant stond dadelijk heel correct op en groette en na enkele banale woorden nam hij vormelijk afscheid en verliet de kamer. Zat hij daar al lang? vroeg Bollekens junior met streng gezicht, zoodra de militair verdwenen was. Zoo, misschien een kwartiertje, antwoordde zij. Haar wangen waren hooggekleurd en haar oogen tintelden levendig. Bollekens junior vertrouwde 't heelemaal niet.

Hij schreef, dat hij er veel belang in stelde, zoo spoedig mogelijk te weten te komen, waaraan de handelaars en de zeelieden het lange uitblijven toeschreven, en hoe zij het verklaarden. Hij verzocht ten slotte aan zijn vriend Help Junior, nauwkeurige inlichtingen in te winnen en hem per omgaande post te antwoorden.