Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Het was Nab. Deze doolde den ganschen nacht langs de kust en riep gedurig zijn meester. De inventaris der schipbreukelingen. Niets. Gebrand linnen. Een tocht door het bosch. De bloem der groene boomen. Het boomkruipertje. Sporen van wilde dieren. Koeroekoes. Schildpadden. Zonderlinge vangst met een hengel.
Op de knieën gehurkt, keek-ie naar 't machtloos gedobber van 'n groote bliek, die telkens op 'r buik dreef, dan weer 'n trillend vinslagje deed. Versteven van kou, klappertandend, zat-ie te lóéren, met de drift van 'n wanhopig-uitgehongerd beest. "'k Wou da'k 'n hengel had", zei Jan, z'n armen stevig klappend als 'n kouwe schipper: "zeg gane jullie dat nou heusch thuis vrete?"
"Hoezee!" riep hij en snelde naar zijn buit. Harbert klapte in de handen van vreugde over het welslagen zijner poging, want hij had nog nooit vogels met een hengel zien vangen. Maar daar de avond begon te vallen, achtten zij het raadzamer huiswaarts te keeren, en tegen zes uur kwamen zij vermoeid in de schoorsteenen aan. Het avondeten. Een slechte nacht. Vreeselijke storm. Nachtelijke tocht.
De Romein zag hem onderzoekend aan en zeide: Waarom zou men de waarheid niet even goed in schertsenden vorm mogen voorstellen, als in een parabel? Onlangs ging de groote Fulvia visschen; zij ving meer dan het geheele overige gezelschap te samen. De reden daarvan was, zeide men, dat zij een gouden haak aan haar hengel had. Dan was wat gij daar straks zeidet niet alles in scherts gezegd?
"Ik zal zeggen dat UEd. den hengel in handen heeft," zeide Bouke, "want visschen mag het niet heeten." "Ei, en waarom niet?" "Ziet UEd. niet, dat de lijn om den dobber is geslagen en in een waterlelie verward zit? Wat drommel is dat?" vervolgde hij, de lijn uithalende, "de hoek is geheel kaalgegeten. Op zulk een wijze zal UEd. niet veel vangen."
De Amstel, plotseling toornig zwart, schuimde van witte krulsels op zijn voortstommelende golven. Nop, en uit den stroom wipte de roode dobber; de hengelaar, met zijn twee handen aan den hengel, sloeg een donkerkronkelende, draaiende en tegenspartelende paling achter zich op het rijpad neêr.
Hij zat op de wegschoeiïng, en zijn beenen bengelden boven de sloot. Hij had een hengel in de hand; de dobber lag onbewegelijk in het kroos. Ik ging naast Arijan zitten, en liet mijn beenen nevens de zijne boven het water bengelen. Hij zag niet naar mij en sprak niet tot mij. Hij keek naar den dobber; ik keek ook naar den dobber.
En die er ook genoeg eten uit ophalen, wat de visschers niet alle dag doen. Dikwijls schuilt de visch weg in de ondiepe plekken van het moeras, onbereikbaar voor hengel of net. Dan nemen de visschers een zonderling middel te baat: zij steken het moeras in brand. Voor de smeulende hitte vlucht de visch naar de meertjes, waar fuiken en netten al gespreid staan.
En ons verstand gebruiken is heelwat godsdienstiger dan aan allerlei wonderen gelooven. En de beste godsdienst is de menschlievendheid; nu, iets overhebben voor arme en ongelukkige medemenschen is bij ons in Noord-Holland ook niets vreemds. Wij zijn hier oppassende menschen, mag gezegd worden. Ik, als mijn werk af is, hengel een beetje; zoo doet de één dit, de ander dat.
»Mijne meesteres is schooner dan misschien menigeen wel lief is; en ik heb niemand opgedragen een man voor mij te zoeken," antwoordde zij snibbig. »Ook zonder u zal ik den rechten wel vinden!" »Wie zou daaraan kunnen twijfelen? Zulk een lief poppetje lokt de mannen, evenals de worm de visschen." »Ik hengel niet naar mannen, allerminst naar mannen van uwe soort."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek