Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Tegen den muur van het huis hangen een aantal fuiken; terwijl aan den waterkant een groot, op palen uitgespannen kruisnet hangt te drogen. Eenige blondharige kinderen, flink en gezond van uitzicht, barrevoets, spelen met een troepje tamme eenden, die zich voor de deur hebben verzameld, maar zoo straks weder te water zullen gaan.
»Nu moet men niet zeggen, dat die Leijdenaren zich hieromtrent te veel aanmatigden, en in deze resolutie, als getuigen in derzelver eigene zaak, reprochabel zijn; want ook de regterlijke Autoriteiten van dien ouden tijd erkenden en handhaafden de regten der stad op 't vroon, zoo als weder te zien en te lezen is, door eene uitspraak van commissarissen van den Hove van Holland, van Julij 1656, gegeven tegen den Bailluw van Kennemerland, »welke meende geregtigd te zijn het vischwant en de fuiken in de vroonwateren der stad Leijden, met geweld te mogen weghalen.
En vóór de dorpen langs den oever, wier zoetklinkende namen de roeiers ons noemen, Alasaleyo Tjelingingi, Tempe stond allerlei vischtuig uitgezet, fuiken van wonderlijk fatsoen, en staketsels, die, in bochten en slingers loopend, een waren doolhof vormen, waar de binnenzwemmende visch niet meer uit ontkomt.
Waar eens bij 't argloos rijzen, duiken, Het kroost der zee door net en fuiken En raaf en meeuwen werd bespied, Stijgt nu de leeuwrik fier naar boven En 't looverdak en bosch en hoven Weergalmt van 't juublend lentelied,
"Juist, die hebben we gevangen," zei ook Karel. "In dit net zeker, hè, en dit net heb je onder het ijs gevonden, hè? Ja, ja, eerlijk gevonden, hè?" "Eerlijk gestolen," zei de andere visscher. "Houdt je maar niet van den domme, want dat baat je niemendal. Dit net is van òns, en jullie hebt onze fuiken gelicht. Maar dat zal je berouwen, wat ik je zeg.
En die er ook genoeg eten uit ophalen, wat de visschers niet alle dag doen. Dikwijls schuilt de visch weg in de ondiepe plekken van het moeras, onbereikbaar voor hengel of net. Dan nemen de visschers een zonderling middel te baat: zij steken het moeras in brand. Voor de smeulende hitte vlucht de visch naar de meertjes, waar fuiken en netten al gespreid staan.
De baanwachters, die op gedeelten van de spoorlijn langs den oever moesten letten, durfden 's nachts niet slapen, maar liepen aldoor heen en weer langs de lijn. De boeren, die hooi of dorre bladen bewaarden in schuren op de lage eilandjes, haastten zich dat aan land te brengen. De visschers namen hun fuiken en netten weg, opdat ze niet door de overstrooming zouden worden weggespoeld.
Wij hebben het niet gestolen." "Jongen, jij kunt liegen, of het gedrukt is," zei een der visschers. "Maar ons zul-je er niet meê bedriegen. Jelui hebt onze fuiken gelicht, en dat is strafbaar..." "Niet zoo'n beetje ook!" viel de andere visscher zijn kameraad in de rede. "En dat is maar goed ook. Is 't geen schande, onze netten te verscheuren, en onze visch te stelen? Maar het zal je berouwen.
Een ficus toont hier en ginder zijn donkerglimmig gebladerte. Bijwijlen komt onder het zware groen het bruin te zien van daken, en langs het oeverriet het donkere vlechtwerk van uitgezette fuiken. Door een bres in den boomenwal zie ik ruige rijstvelden, op primitieve wijze bebouwd. De zon hangt dofrood op den rand van het westelijk oeverwoud.
De vrouwen naaiden zeilen, vlochten fuiken, breiden vischnetten; de mannen timmerden eene schuit en weldra dobberden onze moedige arbeiders op den Oceaan, bereikten de Britsche kusten, waar zij lood en tin haalden, alsook mergelaarde, waarmede zij hunne akkers bemestten. Deze moedige menschen waren de Menapiërs die, vóór 2000 jaar, in Laag-België ten Westen en aan de monding der Schelde woonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek