Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 november 2025


"Ja, dat wil ik wel gelooven," zei Dolf. "Wiens neus voel ik door Kee's schort heen? Mij dunkt," zei hij, de schort wat op zij schuivende, "mij dunkt, die van Hansje Pansje." Hansje schaterde het uit. "Was het geen mooi plaatsje? Je kon mij toch bijna niet vinden, ?" "Neen, hoor. Wie heeft dat wel zoo mooi bedacht?" "Kee," zei Hans. "Ik moet nu gauw naar het eten gaan kijken.

En wat is dat?" vroeg hij, een met zilverpapier beplakte kroon in de hand houdende. "Dat is de kroon, die Nel op gehad heeft, toen ze voor Asschepoes heeft gespeeld," legde Leni uit. "Maar voorzichtig, jelui moet er nu niet alles uit halen. Ik zal eerst eens kijken, waar de pakjes van de dwergjes zijn." "O, Leni, worden wij dwergjes?" Hans klapte in de handen van pleizier.

Ieder moest het hanenei natuurlijk bekijken, 't Was dan ook wel een groote bijzonderheid; zelfs vader, die al zoo oud was, beweerde, er nog nooit een gezien te hebben. "Jij krijgt straks het kapje, hoor Snoet," zei Leni tegen Fritsje. Dat leek Frits wel goed toe en Hans en Bob werd het kapje van de suikereieren beloofd. "Waar is Kee? Die moet ze ook zien," riep Leni. "Daar komt ze juist aan."

Eduard keek ook naar haar; en Go wist, wat hij dacht, terwijl hij praatte: "Hans en ik hebben bedacht, dat het zoo aardig zou zijn, als jij nu ook in 't bestuur kwam; -je zit toch al steeds achter de groene tafel.... figuurlijk gesproken, en Rolands wilde aftreden.

Hij legde toen zijn tegenzin tegenover hem geheel af; en alle leeraren hadden al lang die geschiedenis met kleine Marius vergeten. Vlijtig en onderdanig sloop hij door de school naast Hans Egede Broch, en velen begonnen hem voor even knap te houden.

In de levendige beschrijvingen van den slag bij Waterloo en den volkerenslag bij Leipzig, en het aandeel, dat daarin ook ons land nam, zullen de jongens zeer zeker groot behagen scheppen. De Amsterdammer. Bij den uitgever H.J.W. BECHT, alhier, is verschenen Getrouw aan den Koning, een verhaal uit de jaren 1813-1815, naar het Duitsch van Hans von Zobeltitz door H. Bertrand.

Doe de deur toch dadelijk toe, Hoor, hoe 'k hoest, aehoe! aehoe! "De deur is dicht," zei Nel, niets op haar gemak. Maar tegenover Hans en Bob wilde zij zich groot houden. "Wie zou dat toch zeggen?" fluisterde Hans. "Ik zie niemand." En hij ging op zijn teenen staan om zoo ver mogelijk om zich heen te kunnen kijken. Houd op, houd op, ik lach mij ziek, 'k Heb in mijn poot zoo'n rheumathiek

Hans!" met een naar geluid doet hooren, klopt het hart van den hulpvaardige met hevige slagen; maar spreekt hij toch gedurig van: moed houden, en dat het wel beter zal gaan. Zie, 't moet een geweldige koorts zijn, die den arme als het ware verscheurt.

't Was een grappig gezicht, die twee aardige ventjes met hunne roode puntmutsjes op de kist te zien zitten tusschen allerlei koffers, doozen, manden enz. "O wee, kijk Julia eens," zei Hans even later. "Zij wil, geloof ik, op het dak gaan en dat mag niet. Juul, Juul, Juul!" riep hij, zoo hard hij kon. "Misschien is zij bang voor ons, omdat we nu op dwergjes lijken."

"Ik heb ze overal gezocht," zei Leni, nu wel een beetje gerustgesteld. Ze gingen zoeken boven. Maar toen niemand ze vond, maakte een vreeselijke angst zich van hen meester. Er was geen twijfel meer aan. Bob en Hans waren op het dak geklommen en naar beneden gevallen. Allen zagen lijkwit. Plotseling werd er hevig gebeld en stonden ze stijf van schrik.

Woord Van De Dag

vetgebruik

Anderen Op Zoek