United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Je hebt altijd dien grooten hoed op, als wij samen boodschappen doen in het dorp. Doe je morgen dan dat aardige, roode kapje eens op?" "Morgen zijn tante en Cécile hier," zei Elsje langzaam. "Maar je hebt dat kapje toch zeker ook niet bij je, wel?" vroeg grootmama. Het deed haar leed op te merken hoe weinig Elsje naar het gezelschap van mevrouw d'Ablong en Cécile scheen te verlangen.

Zooals gij bij voorbeeld, beste vriend, voegde hij er bij en wendde zich tot een jongen recruut, die inderdaad een bespottelijk klein mutsje met een rood kapje droeg.

Het is hun verboden, zijden of andere kostbare kleederen te dragen: hun gewaad moet van eenvoudig laken en steeds donkerkleurig zijn. Zij mogen geen anderen gordel hebben dan een koord, en geen ander hoofddeksel dan de toppeh, een kleine ronde muts of kapje, waarover zij des noods eene soort van bonten muts mogen dragen.

Zijn lederen kapje was met een pluim versierd, en gouden belletjes rinkelden aan zijn blauwe pooten; hij zat stil en recht op zijns meesters arm, terwijl het paard draafde, en de landschappen wisselden.

Zoo vaak ik dien kant uit wandelde, kon ik er zeker van zijn, troepen Massaouanis tegen te komen, met hun geel en beenig gelaat, hunne lange helderwitte kaftans, hun tulbanden, om een met veelkleurig borduursel versierd kapje gewonden, en hun bonten zakdoek op den schouder.

De getrouwde dragen alle een klein kapje, coquet geplaatst en vastgehouden door een of ander onzichtbaar middel onder het voorhaar, en boven de lijn van de wenkbrauwen, midden op het voorhoofd, een soort van klein fluweelen lapje, meest rood, bezet rondom met gouden munten en gouden filigraanwerk, zich vereenigend in een hoogere punt in het midden.

Grootmama keek snel op. "Waarom wordt je zoo graag Roodkapje genoemd?" vroeg ze. Elsje antwoordde niet dadelijk. Toen zei ze: "Het herinnert me zoo prettig aan vroeger." "Waarom ben jij Roodkapje?" vroeg Liesje met groote oogen. "Omdat zij soms boodschappen gaat doen met een heel aardig, rood wollen kapje op," zei Frits. "En waarom zet je het dan nu nooit op?" vroeg Liesje.

De witte nachtpon en het roode kapje staken grappig bij elkander af en vormden nu juist geen toilet, dat goed bij elkaar paste, maar .... Elsje zag toch in het korte oogenblik dat ze in den spiegel keek, dat het kapje haar heel aardig stond en zoodra ze tot deze ontdekking kwam, bloosde zij van schaamte over hare ijdelheid, liep snel van den spiegel weg, trok zich het kapje van het hoofd, bergde het heelemaal onder in den koffer weg en besloot het nooit, nooit weer op te zetten, zoolang ze hier was.

Zij werd een beetje verlegen bij grootmama's vraag omtrent het bewuste kapje en beschroomd, erg bang dat men haar uit zou lachen, zei ze bijna fluisterend: "Ja, ik heb het wel meegenomen in den koffer, omdat ik dacht .... als ik soms eens alleen uitging .... het leek me zoo aardig het dan eens op te zetten en me dan te verbeelden dat ... dat alles nog net was als vroeger."

Het jonge meisje gooide alleen haar eenvoudige kapje neer en ging als gewoonlijk voor de piano zitten. Nadat zij eenige minuten lang afgetrokken over de toetsen heen was gegleden, zette zij een zacht, ernstig lied in en terwijl zij het speelde hoorden de anderen een geluid, alsof zij schreide. »Rose, lievelingzei de oudere dame.