Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Toen ging ik er mee naar Jan C. de Vos, indertijd Hoofd-redacteur van de "Haagsche Courant" en, met Van Nouhuys, redacteur van "De Lantaren". "Jan C.", zeg 'k tegen 'm, "daar heb ik een dingetje gemaakt en dat willen ze aan 't Vaderland niet hebben". En Jan C., zooals die geschapen was, stoof op en riep: "Godv.... wat een flauwe kul is dat nu!" En hij drukt op een belletje. "Hé-je 't bij je?"

Een klein, wit-en-zwart-gevlekt hondje liep snuffelend met hen mee. "Woarom 'n hé-je mij da toch nie ier gezeid?" verweet Rozeke het Geluw Meuleken met doffe stem. Maar zonder op 't antwoord te wachten liep zij gejaagd naar de binnendeur en klopte zenuwachtig aan. "Is er iets?" hoorde zij de fluisterstem van jonkvrouw Anna achter de gesloten deur.

"... hè-je de peirden al gegeên, I... I... Ivo?" vroeg stotterend de boer. "Joa ik," antwoordde hij lomp, zonder zijn meester aan te kijken. En zijn barsche blik bleef eensklaps strak gevestigd op Rozeke, die hij nu naast Alfons ontdekt had.

Kreten galmden in de duisternis op korten afstand, en 't oogenblik daarna rukte de hijgende slijtersbende door het hooge ritselende koren aan, en kwam Alfons huilend en roepend op haar afgevlogen: "Rozeke!... Och Hiere, Rozeke!... Leeft-e nog? Hé-je geen lied." "Niets! niets!" juichte zij heesch haar redder te gemoet.

Maar eensklaps nam hij moed en vroeg, heel zacht, met een stem die eventjes hikte: Lisatje,.... woarveuren hè-je doar geschriemd? Zij gaf geen antwoord. Haar voetjes klonken zenuwachtig-gejaagd in de nachtelijke stilte op de harde keien van den steenweg. 't Was of ze vluchten wilde. Wilt ge 't mij nie zeggen? Zie-je mij nie geirne? vroeg hij eensklaps abrupt. Zij schrikte ervan.

"Ja!... Waarachtig!..." schorde 't weer langs de balken van 't kamertje, "dáár hè-je meer dan gelijk in!" Maar Van Biesen gluurde schuins naar z'n vrouw, terwijl Paul op z'n plaats aan de tafel ging zitten, en hij zag dat ook zij haar bezorgden blik niet af-bracht van 't bruinig-bleeke gezicht met de diepe, zwaarmoedige oogen.

Een der meest bekende kinderliedjes, dat als danslied en wiegelied tevens dienst doet, is het bekende "Klein, klein kleutertje", in Vlaanderen ook: "Klein, klein Marieken". Te Herdersen leeft deze variant: Klein, klein Jee-se-ken, He-je gij zul-ke kou? Komt in mijn her-te-ken wo-nen En maakt u daar een schouw.

Een dikke meid kwam uit de open staldeur, 't gezicht verhit, de haren slorsig in verwarde trensen om het voorhoofd en de slapen, met opgeschorte, groezelige rokken en rooddikke, bloote armen onder opgestropte mouwen. Wa es er, bezinne?" riep zij. Hé-je hoast gedoan mee melken?" vroeg Cordúla. Tusschen dit en tien menuten!" antwoordde de meid.

Theofielke, den rug naar hen gekeerd, hield intusschen de oude, suffe moeder aan de praat. Joa moar, hoe zit dat? Hé-je gij èùk geld? vroeg zonder omwegen Veel-Hoar. Theofielke zal ou vijf fran gêen, beloofde Deeske. Joa moar, en gij? Hij 't geld, lijk of ge gezien hèt. Hij zal betoalen veur ons alle twieë. Hoe, veur alle twieë? Wel joa, w'hèn lotse getrokken. Ik 't langste.

"Hou nou je groote babbelbek maar es dicht," zait Griet. "Deer hê-je een avvekaatje." "Zoip, zwager, oome Jan is jarig!" Meteen neme ze elk een ferme wup oit er glassie. Nou kwam er an 't kakele gien end. De ien wist dut, de aar dat. Die praatte over der man, die over der lieve kind; de ien over der buurwaif en de are over de dure taid.

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek