United States or United Kingdom ? Vote for the TOP Country of the Week !


Terwijl hij drentelde, op zijn plek blijvend bijna, de vrouwen langs tot aan de kraampjes en dan terug, keek hij soms onverwacht in het suffe kijken der leêgloopers. Hij zag ze plotseling aan 't zinnen gaan, en loeren met de hand vooruit om een aalmoes te bedelen.

"Je ziet wel, dat er van de erfenis niets komt. Hoe lang ben je er nu al over bezig?" "Over de vier jaren, God beter 't. Jij kost me al een kapitaal aan geld; en jou suffe jongen..." "Zeg, niet schelden, hoor! Die stumper is ongelukkig genoeg, en dat hij niet dol op je is, is waarachtig geen wonder..." "Die procureur Verhagen is eigenlijk de schuld van alles.

Hij dronk onderweg in een klein drankhuisje twee borrels, achter elkaar, aan de toonbank, en met voldoening merkte hij hoe 't werkte van binnen, verhittend zijn donkre, loome lijf, opslaand met helle vlammen zijn suffe hoofd in. En hij vond zijn vrinden, die er altijd al waren, bitterend aan hun gewone tafeltje.

»Verdorie d'r uitschreeuwt de schreeuwer en hij schudt het slappelingetje naast hem door elkaar. »Jawèl, jawèl, hou je poote maar thuiszegt het slappelingetje slaperig. »D'r uit, Stoke, suffe mafkoproept de schreeuwer mij toe. »Hou je groote smoelgeef ik kribbig terug.

Hij wierp het korfje in gevlochten ijzerdraad uit het raampje, zag een vlieger toeren boven den Polder en menschen langs de wegen trekken, een zwarte zwerm gelijk. Die arm beestjes, klaagde Madame. De beestjes? bedacht de meid. Ja, de kanarievogels! De meid verslikte zich in haar appel, beloerde gichelend de suffe vrouw.

Theofielke, den rug naar hen gekeerd, hield intusschen de oude, suffe moeder aan de praat. Joa moar, hoe zit dat? Hé-je gij èùk geld? vroeg zonder omwegen Veel-Hoar. Theofielke zal ou vijf fran gêen, beloofde Deeske. Joa moar, en gij? Hij 't geld, lijk of ge gezien hèt. Hij zal betoalen veur ons alle twieë. Hoe, veur alle twieë? Wel joa, w'hèn lotse getrokken. Ik 't langste.

Toen de nacht kwam, en alle arenden sliepen, klonk een zacht schrapen langs het net van staaldraad, dat hun kooi van boven bedekte. De twee oude en suffe gevangenen lieten zich door dat gedruisch niet storen, maar Gorgo werd wakker. "Wie daar? Wie beweegt zich daar op het dak?" vroeg hij. "'t Is Duimelot, Gorgo," antwoordde de jongen.

»De afleiding voor leegloopers en suffe grijsaards! Ik zou mij schamen.... Neen, maar ik heb het ongelukkige zwak voor mooie zaken; het kost mij zelfs strijd om mij niet telkens te laten verlokken tot »zotte koopjes," zooals de kameraden het wel eens noemen.

Geertje is dan naar Rotterdam'vertrokken, en zal, zoolang ze geen dienst heeft gevonden, bij haar oom Jan Niekerk logeeren. Die oom is een van die slungelige wezens, wien alles, van de kindsheid af tot de grijsheid, het heele leven door, mislukt. Niet alleen volkomen missend wat men in hoogeren zin geestelijke krachten kan noemen, maar ook geheel zonder die capaciteiten, welke in staat stellen, op den juisten tijd en de juiste wijze de zich voordoende gelegenheden tot het winnen van levensonderhoud aan te grijpen; geheel dus zonder die toch alledaagsche markt-gevatheid, die haar bezitter knap genoeg maakt, om op niet al te suffe manier het zakengesprek van elken dag met het pingelende leven te voeren is deze man voorbestemd altijd een dupe, een verongelukte te zijn. W

Maar ook triestig, kloosterachtig, om de dikke, ijzeren hekken voor de ramen, waarachter het nat-verwaaide tuintje lag met de kale heesters. Hoe desolaat was het stille Leiden op zóó'n dag; haast niemand op den weg, niets te zien dan droeve boomen en het doffe grachtewater, en de oude, suffe huizen, waarvan de oogen blind leken.