United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Griet dribbelde op er moile zonder hiele, om toch de boel maar goed in orde te brenge en om het zoo netjes, as ze op heur menier kon, voor te zette. De knecht kwam met 'et jachie en nou wier de boel 'elade. Wel man, 'et zag er maar avvenant oit. "", zai Griet, "ik ben der loof van. Deer is heel wet an te stunnike eer het zoo veer is, maar dat doet er niet toe.

Maar wat my belangt, van alles wat ik in de Anatomie tot nog toe heb voorgestelt, daar kan ik niet van seggen, dat ik nog oit een saak tot die perfectie uytgevoert heb, daar ik sekerlyk van weet, dat men se sou toe kunnen brengen: maar dan most ik al myn leeven in een eenige ontdekking verslyten.

Ik seg als te rusten; want dat een Spier oit in het geheel van syn beweeging sou ophouden, dat kan ik niet bevinden, dat hy immermeer in het leven doet; maar hy beweegt sig dan alleen soo sterk niet. Of wel hy hersamelt syn tegenstrevende kragt, om sig een ogenblik daar naa soo veel te sterker daar door te contraheeren.

Ze keke allegaar eve bloemzoet en meukel en ze kakelde as kippe, die pas een bietje garst ekrege hewwe. Wet zatte ze premantig achter de gerdaintjes te glure, toe ze zoo langs de Zaan eroeit wiere as prinsesse. Je konne wel zien, dat ze 'et alle dage niet ewend ware om oit te gaan. Wet lachte ze, as een turfskipper veurbai voer, die een pus met water skepte en derloi een mal woordje toeriep.

Kattenb.: leuizig, deuizend, keuiren, euiwt; Haarlemmerd.: loizig, doizend, koiren, oit. De Kattenburger bezigt ij, waar de Haarlemmerdijker ei aanneemt; b. v. Kattenb.: bij, hij, zij, jij, tapperij, zijt, trijn, rijs, Gijs, Haarlemmerd.: bei, hei, zei, jei, tapperei, zeit, trein, reis, Geis.

Daarom ook, als deze Ulyssessen, na hun langen zwerftocht, eindelijk hunne huisgoden weder komen opzoeken, worden zij gewoonlijk door hunne getrouwe Penélopé's met den vereerenden titel van Luibak begroet; een liefdenaampje, hetwelk deze teederen voor hare dierbare wederhelften hebben uitgedacht. "Loibak!" heet het van hare bespraakte rozelippen, "Loibak! kom je weer oit je smulschoit?"

Soo dat ik het selve, om verder naa te denken, daar late. Maar wat de vordere saaken van my voorgestelt aangaat, daar omtrent meen ik met een goet fondament te kunnen vast stellen. 1. Dat alle Spieren natuurelyk, dat is eer sy haar actie oit gedaan hebben, gecontraheert syn.

Humoristen. Het legher treckt vast in met duizenden, een macht Zoo groot als Waterlant noch oit te velde bracht, En Kennemer, en Vries en Zeeu en Holland t' zaemen. Gysbrecht van Aemstel. Beste Hildebrand! Ik verneem met een zeker genoegen, dat er van tijd tot tijd iets van u gedrukt wordt; met een zeker genoegen, zeg ik; want wij hebben nog samen school gegaan.