United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier kookten wij ons vleesch op het bivak, zonder gestoord te worden, en kregen buskruid. In den morgen werden wij onvoorziens te wapen getrommeld; onze brandwachten beweerden, dat eene talrijke afdeeling Hollandsche lanciers op den steenweg naar Diest zich vertoonde.

Eensklaps hoorde zij den schreeuw van een nachtuil en, uit de keuken, antwoordde een dergelijke kreet; vervolgens, in de verte, in den kouter, weerklonken andere kreten en altijd scheen het heur dat men die in de keuken beantwoordde. Denkend dat het nachtvogelen waren, sloeg zij er niet verder acht op. Zij hoorde peerdengehennik en hoevengetrappel op den steenweg.

Zijne tegenwoordigheid bracht moed en vertrouwen in aller harten; de hoop dat wij, door hem aangevoerd, de overwinning nog konden behalen, verlichtte den nevel, dien de verdenking van verraden te zijn over onzen geest geworpen had. Terwijl elks aandacht op het vuur der batterijen gekeerd bleef, hadden de Hollanders op den IJzerenberg, nevens den steenweg naar Mechelen, stand genomen.

Gedurende twee weken weerklonken de roode shop-muren van haar naam en zij was, een heelen tijd, het mikpunt van al de praatjes bij Bardain, den high-life-kapper van de Muntstraat. Milly d'Orval ging een mooi huis op den Kortenbergschen steenweg bewonen. Zij deed het keurig inrichten. Gedurende een volle maand kreeg niemand haar te zien.

Ofschoon zij moed en fierheid veinsde, moest haar hart echter met wee overkropt zijn; want nauwelijks was zij weder op den steenweg geraakt, of zij wreef zich meer dan eens de oogen, en de krampachtige rillingen harer wangen getuigden genoeg, dat zij met pijnlijk geweld tegen hare tranen worstelde. Eenige minuten later zag zij in de verte een open rijtuig aankomen.

De avond was gevallen. Zoodra zij uit de drukte van het klein station kwamen, bevonden zij zich in stille duisternis op een eenzamen steenweg tusschen twee rijen jonge eikenboompjes. Een paar rijtuigen, die reizigers waren komen afhalen, reden hen in de glinstering van hun lantarens voorbij, en in een daarvan meende Rozeke den baron en de barones van het kasteel te herkennen.

Ze hadden rond tien ure een groot getal herbergen bezocht. Ze stonden op de Oude Graanmarkt. De Vlaamsche Steenweg was een krioeling van vierende menschen. Geel en wit-blauw licht spetterde uit de vensters op het bonte gewoel. Johan keek op naar den schoonen kerktoren die in een hoek van het Kathelijneplein massaal en duister rees boven het licht der huizen.

Zij kwam, als steenweg, kronkelend uit de velden en de bosschen en werd eerst dorpskom tusschen twee herbergen: het "Vosken" en de "Nachtegaal". Het Vosken en de Nachtegaal waren als twee vooruitgeschoven posten, die, elk op zijn manier, sprekend door hun uithangbord, den vreemden bezoeker begroetten.

Wanneer alles rondom mij stil geworden was, richtte ik mij op en poogde van boom tot boom voort te gaan. Mijn voet was zeer gezwollen; ik had mijnen schoen in stukken gesneden, om hem te kunnen uitdoen, en ik sukkelde nu onder het lijden van hevige pijnen, langzaam nevens den steenweg voort, van tijd tot tijd mij nederzettende om te rusten.

Het sterkst liet zich dat voelen op een ochtend, toen zij eensklaps, in 't volle veld, verre van menschen en huizen, Fietje over den steenweg vóór zich uit zagen loopen. Fietje haastte zich blijkbaar naar het stationnetje toe om den trein te halen en de gelegenheid was als geknipt om haar zoo maar dadelijk op te laden.