Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Den baron en de baronnesse zijn dan nog een endeken verder gereisd, maar mevreiwe is toch zoo bijzonder goed voor mij; peis ne keer zij heeft mij nog vijftig frank op zak gegeven en gezeid dat ze mij dikwijls zou komen opzoeken en dat ik ulder ook moest komen bezoeken.
"Net wat we samen gezeid hebben juffrouw," herneemt Krul: "en 't ergste is dat hij nu juist op reis moest wezen, en zoo wijd van hier; want om je de waarheid te zeggen, dat ie menheer Helmond uwes broer of neef, niewaar, beter vertrouwde dan den ouwen Biermans, dat kon je al lang merken; niewaar Antje?" "Ja.
Een oogenblik was het publiek gebluft, maar daar begonnen die gemeene kwâjongens te zingen: Dat's mooi gezeid, dat's mooi gezeid! en ... weg, totaal weg! was de indruk van mijn woorden. 't Gelach begon opnieuw; anderen sisten en floten er tusschen in.... 't Was afgrijselijk, om razend van te worden! Gelukkig zakte toen het gordijn.
En hij heeft, hoor ik, uitgestrekte goederen bij Doetinchem. Caroline. Doetichem! Waar ligt dat? dat heb ik nooit hooren noemen. Louise. Wat! weet je niet waar Doetichem ligt? O! ik dacht er niet aan. Je zult zeker beter te huis zijn in les Cantons. Maar onder ons gezeid, lieve Clara! de menschen zijn verwonderd dat gij hem niet genomen hebt. Clara. Inderdaad? Louise. Wel ja!
Al dat kleine snijwerk dat gaat uit de hand, niewaar moeder? Ja juffrouw, wat de stakker die boven leit me d'r over vercomplimenteerd hêt dat zal ik niet navertellen; maar die was d'r gek na, en weet je wat ik en de vrouw al gezeid hebben: als ie weer beter wordt dan...." "Wien meen je?" vraagt Jacoba. "Wien ik meen? Weet de juffrouw dan niet dat de muziekmeester Donerie hier bij mijn woont?
"Gelukkig voor ons, dat wij onze handen in onschuld wasschen kunnen. Maar onze lieve Heer is regtvaardig, dat heb ik altijd gezeid. Wij, arme drommels, moeten het werk doen; maar de verantwoording komt voor rekening van de grooten. Zoo krijgt elk zijn deel. Nog een halfje Beijersch?"
Daarna was hij naast zijne vrouw komen staan, met veel belangstelling in zijn gezicht, de armen slap langs het lichaam. En heeft meneer anders niets gezeid? vroeg hij. Nee, meneer. In 't geheel niet, vroeg Mathilde, ook die paar dagen te voren niets? Nee, jufvrouw, nies bizonders, andwoordde Jans nadenkend. Is er al iemant geweest? vroeg Jozef.
Dominee schoof onder Jochems lofzang het raam dicht, 't geen echter niet verhinderde dat een paar voorbijgangers met verbazing naar de studeerkamer der pastorie opzagen, en de kalkoenen als bezetenen aan 't schateren gingen. "Nou, hêhêhê wat he'k domenei gezeid....?" grinnikt Jochem nu hij gedaan heeft en met de oogen dominee's pantoffels weer opzoekt.
Maar ja wel! zou gou as ie amen gezeid had, zel ik maar zeggen, daar begonnen ze allemaal me te filiciteeren en te doen, dat het een aard had; en die Kierewier was ook al klaar met een pampier, dat ie me in men hand duwde; en mijn menheer dee maar niets as hoesten; nou was ie vol op de borst; en eer ik wat zeggen kon, daar tastte menheer Van Zuchter na zoo'n groote tafelschel; ik weet niet dat ik me leven zoo'n tafelschel meer gezien heb; het leek wel zoo'n klok; en toen luien wat ben je me!
Zeker, moeder, zeker! antwoordde Capelli zich eensklaps omkeerend: hij scheen opnieuw Roosie's rug met alle aandacht te beschouwen, terwijl juffrouw Bruin voortklaagde: 't Is een ramp tegenwoordig, je durft als ouwer niks meer tegen je kinderen zeggen, want ze slaan je, zoo gezeid, in eens dood door d'rlui meerdere geleerdheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek