Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Toen wist hij volstrekt niet meer wat te doen. Hij ging dus voor den spiegel staan en peuterde aan zijn gekleurde das. Mathilde was weêr opgestaan, bleek, maar tot bedaren gekomen. En zij vroeg, als dorst ze over hun liefde nog niet te spreken, terwijl ze hem met nog natte oogen aanzag: Weê-je ook iets drinken, Jozef? Hij, verwonderd over die vraag, andwoordde: Nee, dank-je, het is nog zoo vroeg.
Daarna wendde hij zijn hoofd om en keek even, heel vluchtig, met bevende oogen naar Mathilde. Hij dacht blijkbaar, dat ook zij sliep. Zij keken mekaâr aan. Zij glimlachte. Ben-je wat uitgerust? vroeg zij. Ja kind, andwoordde hij in den ernst van het ontwaken. De slaap zat hem nog in zijn oogen en mond. Hij deed zijn oogen weêr toe, schoof zich in de gemakkelijkste houding en bleef onbewegelijk.
Boven in hun grijzige logeerkamer, sprak Jozef nog geen woord: hij scheen in gedachten. Zwijgend gaf hij haar den telegram over. Mathilde las 'm. O, God, zeî ze, wat zullen we nu doen? Niets, andwoordde hij, precies hetzelfde wat we anders gedaan zouden hebben. Laten we maar liever zoo gauw mogelijk afreizen. En niet meer in Arnhem stil blijven? Nee, natuurlijk niet, dadelijk naar huis gaan.
Haar gezicht bleef naar Jozef gekeerd, die haar ook wel aardig vond, en waagde Louis het even tegen haar te spreken, dan andwoordde zij kort en stuursch, en dat vond hij heel lief van haar. Waarom, dat wist hij niet. De menschen waren nu weêr aan 't praten. Hasman en D'Ablaincourt hadden een kennis aan mevrouw van Borselen voorgesteld, en deze drie vormden nu een kringetje om haar heen.
Dat is nog al eenvoudig, andwoordde Jozef, ten eerste, omdat haar vader en zij met weinig menschen omgaan en ik zoo wat de eenige jonge man ben, dien zij kent, ten tweede om dat ík veel van haar hoû.
O, dat zoû ik zoo graâg zien, andwoordde zij gemaakt luchtig, ik ben zóo alleen. Haar rijtuig wachte al voor de stoep. Zij hield er niet van met dien langen kaper te voet over straat te gaan. Zij reed ratelend wech. Jozef stak zijn hoofd even in de kamer, waar zij zoo even gedéjeuneerd hadden, als om te zien of zij niets vergeten had.
Ja, ik ben verleden week pas te-ruggekomen in het land ... Er is heel wat gebeurd in dien tijd, zeî zij, plotseling ernstig, bijna meêwarig. Ja, ja, andwoordde Jozef, het is een groot verlies voor ons geweest. Wij hielden zoo veel van hem!
Jozef lag tegen den heuvel aan op zijn rug. Hij keek naar de bladen in de hoogte. Mathilde zat naast hem en steunde zich met haar elleboog. Zij keek naar het mos en zeide: Wat zullen wij gelukkig zijn samen. Wij zíjn 't al, andwoordde hij. Zonder naar haar te kijken, liet hij zijn voorarm over zijn elleboog heenbuigen en opende zijn mooye hand.
En zij zoende zijn gezicht wit en hijgde heet over zijn wangen. En zij streelde alles aan hem, zijn hoofd, zijn gezicht, zijn schouders, zijn hals, zijn borst. Zij zoende zijn wenkbrauwen, zijn oogen, zijn lippen, zijn voorhoofd, zijn das, alles wat van hém was. Jozef andwoordde zonder te spreken, met te-rug te zoenen.
Men kon hem, in de diepte van het zaaltje, van de straat af zien zitten, toen Jans de deur open had gemaakt voor een juffrouw die zij niet kende. Is mevrouw thuis? vroeg een hoog stemmetje. Jawel, jufvrouw. Zoû 'k mevrouw ook even kunnen zien? De oude Jans keerde zich om, en, terwijl zij haar hand om de kruk van de voorkamerdeur schoof, andwoordde zij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek