Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Een derde richting zijner gedachten betrof de vraag, hoe den overgang van het oude tot het nieuwe leven te bewerkstelligen. En in dit opzicht was hem nog niets helder geworden. "Een vrouw dat is het eerste en belangrijkste den arbeid en de noodzakelijkheid om te werken.... Moet ik Pokrowskaja opgeven? Nog wat land koopen? Mij in een dorpsgemeenschap laten opnemen? Een boerenmeisje trouwen?

Ze leerden elkaar kennen bij den Amsterdamschen fabrikant GRAVE, in en die persoonlijke kennismaking leidde tot ideale vriendschap waar Betje zoo mee dweepte vriendschap tot aan hun dood: . Kort na elkaar overleden ze. AAGJE was een boerenmeisje, opgevoed in het Weeshuis "De Oranje-appel" te Amsterdam.

Het valt op te merken, dat deze in de 15e eeuw nog niet in de eerste plaats Jeanne Darc geldt. Allerlei veldoversten, die naast of tegen haar hadden gestreden, nemen in de verbeelding der tijdgenooten veel grooter en eervoller plaats in dan het boerenmeisje uit Domrémy. Velen spreken van haar nog zonder aandoening of vereering, meer als een curiositeit.

Jufferachtig was het zeker niet; maar wij dienen te herinneren, dat Doortje, zooals wij haar in den beginne schetsten, geen stadsdame, maar slechts een eenvoudig boerenmeisje was, terwijl wij tevens, lieve lezeresse, niet gelooven, dat gij ooit in zulk een netelig perikel zult geweest zijn.

»Verleden zag ik een herdersmeisje bij een heg staan, vrolik en aardig zag ze er uit, met een net keurslijfje en een linnen mutsje, wollen broek en een grof hemd... Ik ging op haar af: »Lief kind," zei ik, »ik vind het treurig dat je het zo koud hebt." »Heer," antwoordde zij, »Goddank ben ik goed gezond en het zal mij heus geen kwaad doen als de wind eens door mijn kleeren waait." Ik zeide dat ik haar graag gezelschap wou houden, en dat het toch jammer was dat zij daar zo alleen het vee zou moeten hoeden zonder een vriend in de wereld..." En zo gaat het gesprek verder. Hij vleit haar, zij moet zeker de dochter van een ridder zijn, een fee moest haar die schoonheid gegeven hebben, die niet bij een boerenmeisje past. Zij moest hem nu maar zijn zin geven gaat hij door zoo'n landmeisje is toch wel te temmen, alles in de natuur wil toch paren, en hier achter die haag kunnen ze toch doen wat ze willen zonder gezien te worden. Maar gelijk Else in de ballade, heeft zij een afwijzend preuts antwoord klaar voor de vleier en zijn opdringerigheid: »van een ridder als vader, daar weet zij niets van, soort zoekt soort, een boerenmeisje moet aan niemand dan aan boeren denken en zij heeft geen lust haar maagdom te geven voor de naam van een slet." Maar in andere gedichten komen er heel wat brutaler scenes voor. »God zij met u, herderin, schoon gelijk een roos; ik ben zeer verbaasd u nog alleen te vinden. Een kleed met zilveren zoom wil ik u geven." Maar zij antwoordde dat zij niets met hem te doen wil hebben; zij wijst naar haar vader die daar ginds het veld loopt te ploegen en wil daar heen gaan. Maar hij liep haar achterna, greep haar beet en wierp haar in het gras. Drie malen kuste hij haar en zij sprak geen woord tegen, en toen hij haar voor de vierde keer wilde kussen, zeide zij: »Heer, ik geef mij aan u over." De schelmse gratie van de dansliederen en het cynisme van de pochende riddersgaps") vinden wij ook beiden in de pastorale terug. In tedere liefdeverlangens loopt de herderin een zomermorgen rond en neuriet er een liedje over hoe benauwd het haar in haar borst wordt en hoe zij zich een vriend wenst, sedert Robin haar verlaten heeft. Zelf roept zij een ridder aan die voorbij komt en toont zich meer dan gewillig. Maar dikwels is de herderin ook »trop sage de garder son pucelage" en houdt de al te vriendelike ridder voor den gek en op een afstand, of weet hem een pak slaag te bezorgen door een paar boerenjongens. Daarentegen scheurt de ridder bij andere gelegenheden haar brutaal de kleeren van het lijf of weet haar met leugenachtige beloften te paaien. En wanneer het dan gebeurd is, zoo eindigt hij triomfantelik het gedicht: »lors me montai, si m'en alai,

Voordat hij zijn geboortedorp verliet, had hij zijn liefde geschonken aan een boerenmeisje, dat hij den romantischen naam van Dulcinea del Toboso gaf; en toen hij nu bij den Zwarten Berg gekomen was, besloot hij zijne dagen door te brengen in overpeinzingen over de deugden en bekoorlijkheden van deze voortreffelijke jonkvrouw.

Naauwlyks was hy weg, of er ging een deur in het vertrek zagtjes open, en daar kwam een Boerenmeisje, die my, zonder iets te zeggen, wenkte om optestaan. Ik deed het aanstonds. Zy sloop met my uit het huis, en verstak my in haar bed op een zoldertje, dat zy wel ter deeg sloot. Ik wist niet, of ik droomde, dan of ik wakker was; ik wist niet, of 't bedrog of hulp was: alles was even onbekent.

Alleen als zij persoonlijk aangevallen werd, gebruikte zij het ter zelfverdediging. Al spoedig waren de Engelschen zoo ontmoedigd, dat zij besloten het beleg op te breken, wat reeds den 3en Mei geschiedde. Groote vreugde heerschte er toen in de bevrijde veste en men koesterde den diepsten eerbied voor het dappere boerenmeisje, dat verricht had, wat niemand verrichten kon.

Zij verlangde geen loon, alleen voedsel en een dak boven haar hoofd. Zij kon werken, weven of spinnen of voor de koeien zorgen wat ze maar wilden. Als zij 't verlangden, kon ze ook wel wat betalen. Zij was zoo verstandig geweest met bloote voeten op de plaats te komen, met de schoenen onder den arm; ze had grove handen, ze sprak de taal van het land en was als een boerenmeisje gekleed.

Jeanne was kuisch en is als maagd gestorven, maar zij was een kind van haar tijd en was afkomstig van het platte land, m. a. w. Jeanne wist van hetgeen er destijds in de wereld te koop was, alles wat een boerenmeisje van haar leeftijd wel weten moest, omdat de natuur en het leven zelf het haar geleerd hadden en er haar vertrouwelijk mede hadden gemaakt. Wij moeten dit goed voor oogen houden.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek