Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


En teruggekeerd op 't pad der deugd? Hy wilde meer van de zaak weten, en Styntje zei er dan ook nog wel iets van, maar alweer 't rechte niet, naar Wouter's meening. Ook hier wou 't alweer met de romantiek niet best vlotten. Wat die Leentje toch gelukkig geweest was, zy die by haar eersten en misschien eenigen uitgang zoo terstond op de smakelyke kern van de vrucht onthaald werd!

Zy voelde Wouter's ridderlykheid, en tevens dat ze een dame was, die ridderlykheid beloonen kon. Je bent een lieve, lieve, jongen, zei ze, en greep zyn hoofd met beide handen, en kuste hem weêr, en nog-eens ... op 'n wyze alsof ze 't meer gedaan had. Wat toch niet waar was. En nu moest je eens kyken in dit boekje, waarin verzen staan Mischien zal 't je helpen voor je tante...

Zoo heelde ze meer breuken, en ontving daarvoor zeven stuivers in de week, en 's avends 'n boterham. Lang na Habakuk, dacht Wouter nog meermalen aan haar deemoedig: "goeien avend, juffrouw. Goeien avend, m'nheer en jonge-juffrouwen. Goeien avend, Wouter"... en de rest. Want Wouter's moeder heette "juffrouw" om de schoenmakery. De jonge-juffrouwen waren z'n zusters, die dansen geleerd hadden.

Wou ie wat, jongeheer? vroeg Styntje die juist de kamer binnentrad, en Wouter's grondig onderzoek niet best begreep. Neen, o neen, juffrouw, volstrekt niet! antwoordde hy bedremmeld. 't Is maar dat... dat ik... Als u iets mankeert... we hebben haarlemmer-olie in huis. Dank u, dank u. 't Was maar dat ik... dat m'n voet slaapt. D

Te-vergeefs bespaarde zy eenige duiten van haar schraal weekgeld om hem optevroolyken met de vroeger zoo welkome pepernoten ... helaas, Wouter's ziel was haar pepernoten ontwassen, en de ontdekking hiervan veroorzaakte Leentje bittere smart. Maar, beste jongen, wees dan toch verstandig, en laat je niet het hoofd op-hol brengen met zulke praatjes!

Moeder ... ik zei ... dat het schande was. Ja dat heb ik ook gezeid. Nu ... toen vroeg dat schepsel koud water ... en toen we 't niet gauw genoeg gaven, stond ze op, en liep naar de pomp ... brutaalweg, net of ze thuis was! En ze pompte ... en maakte een doek nat, en legde dien op Wouter's hoofd. Ik was ontdaan over zooveel brutaligheid. En ze huilde, of 't naar jongen was, m'nheer!

Ik weet wel dat duizenden en duizenden geen beter lot hebben, maar juist daarom zeg ik: arme Wouter! Misschien dat die uitroep anderen opwekt tot de klacht: arme wouters! En al ware dit zoo niet, wat den een past, is te min of te nauw voor 'n ander, en Wouter's ziel was van ongewone leest.

Maar, m'nheer, vroeg Wouter, hoe kunnen wy dit weten? Nooit immers spreken veel menschen tegelyk? Holsma begreep de oorzaak van Wouter's misverstand, en misschien oom Sybrand ook. Daarom zeker had-i na "dom" nog iets anders willen zeggen. Maar al de anderen vonden de vraag zonderling.

Ben je mal, Pompile? bromde Eugène. De jongen weet immers niet waar Hocker woont. Ah...ja! Dat's waar! M'nheer Hocker woont ... En Wouter's handelswetenschap werd verrykt met de zeer nauwkeurige kennis van de plek waar m'nheer Hocker woonde.

De kuische Amalia had geen beter lot, en raakte verward in 't kroos. Die daaraan zeer verkeerd deed. Want het was Wouter's laatste strootje, en in 't geklapper van den molen hoorde hij duidelijk Amalia's verwijtend geklaag: Warre, warre, warre, wou, Waar is warre, warre, wou.... Wouter die me redden zou?

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek