Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Het zou ons heel leelyk staan aan «praatjes» te denken als we van u mogen vernemen dat JUT: «geen slecht karakter bezit» en: «dat men in hem zekere ridderlykheid niet mag ontkennen.» By 't aanhooren van zulke betuigingen mogen wy in ons de verplichtingen niet ontkennen, dankgevoel te bezitten voor die edelmoedige korrektie onzer begrippen over slechte karakters en ridderlykheid, om nu niet eens te spreken van 't lesjen in akademische balie-taal dat we hier zoo onverwacht prezent krygen.
Het was aandoenlyk hoe die arme lieden op Havelaars ridderlykheid vertrouwden en overtuigd waren dat hy hen niet roepen zou om den volgenden dag in 't openbaar te herhalen wat ze des nachts of den vorigen avend in zyn kamer gezegd hadden. Dit toch ware mishandeling geweest voor allen, en voor velen de dood!
De rollen waren omgekeerd, en de ridderlykheid van onzen held begon en quenouille te vallen. Een weinigje behendigheid nog, en de jongen zou schut en wering zoeken onder haar voorschoot. Maar, juffrouw ... Zeg jy gerust Kristien... want zóó hiet ik. Jy mag gerust Kristien tegen me zeggen. Dit durfde Wouter nog altyd niet. Hy vermeed liever de heele vokatief.
Doch sedert dien tyd had zich 't besef van ridderlykheid in hem ontwikkeld. Tegen 'n flinken roover zag-i nog altyd eerbiedig op, maar 't weg-grissen van 'n paar stuivers ... hy vond dat-i daartoe nu te groot was geworden. De helden uit z'n boeken zouden zich over hem geschaamd hebben.
En... z'n gevloden ridderlykheid kwam tevoorschyn op 'n roep uit den mond van juffrouw Laps! Dit is erger dan belachelykheid! Tegenover reinheid had-i zich stug betoond, en arm aan ziel. De rykdom van z'n gemoed berstte weelderig uit, zoodra ze werd opgevorderd door 't gemeene. Is 't niet treurig?
De advokaat die 't zeldzaam voorrecht genoot ridderlykheid in JUT te ontdekken, moet woedend zyn over 't lasterlyk vonnis waarin z'n held wordt uitgemaakt voor 'n tuchthuisboef.
Toch had hy zich by die gelegenheid voorgedaan als 'n persoonlykheid, eenigszins als 'n persoon... jazelfs op 'n beetje na! als 'n wezenlyke man. Kort daarop was deze onthulling gevolgd geworden door 'n beroep op z'n ridderlykheid. "Dieven, moordenaars, en... 'n vrouw in nood!"
Die engelsche lord zou hem zeker geen hand geven en de Afrikanen geen kroon! als-i... Zou Ivanhoe 't gedaan hebben? Neen! Ypsilanti? neen! Themistocles? Neen! De "Eduards" van Lafontaine? Hm... dit kon-i niet zoo stellig ontkennen. In de werken van dien schryver komen inderdaad huiselyke trekken van ridderlykheid voor.
Zy voelde Wouter's ridderlykheid, en tevens dat ze een dame was, die ridderlykheid beloonen kon. Je bent een lieve, lieve, jongen, zei ze, en greep zyn hoofd met beide handen, en kuste hem weêr, en nog-eens ... op 'n wyze alsof ze 't meer gedaan had. Wat toch niet waar was. En nu moest je eens kyken in dit boekje, waarin verzen staan Mischien zal 't je helpen voor je tante...
Neen, neen 'n «praatjen» is het zeker niet, als de advokaat volstrekt niet «ex officio» lezer, godbewaar-ons voor zoo'n lasterlyke meening! als hy, om eens geheel-en-al voor z'n partikulier genoegen terdeeg nuttig te zyn, ons verkondigt dat hy in dat inschrift zoo'n «aardige aanwyzing» vindt, die ons in staat stelt «een eigenaardigen blik te werpen in het karakter van den beschuldigde». Waar is de onverlaat die en na pas zoo'n uitstekende les in ridderlykheid ontvangen te hebben, nogal! waar is de snoodaard, de booswicht, die aan 'n «praatje» durft denken, by zooveel aardige eigenaardigheid van blik? «Vanhier gy die ... enz.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek