United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel, Styntje, ik ben nu zuiver rechtzinnig, maar waarlyk, ik kon amen op alles zeggen; en ik zei het ook in my zelf. Sticht dat niet beter, dan dat ik hoor zagen, en kaauwen en klungelen over Aarons baard? en er dan nog toepassingen by te krygen, die Spotvogels stof leveren, maar die verstandige en vrome menschen met versmading overdenken?

Ze pakte het gereedschap waarmee ze 't Christusbeeldje zoo verkwikt had, by elkander, en verliet morrend het vertrek. Wouter wist alweer niet wat-i van Styntje te denken had. Haar kleeding en voorkomen was als van 'n zeer bejaarde dienstmaagd, maar de gemeenzaamheid waarmee ze sprak over haar meester de man bleek tot het "goedje" te behooren dat ze zindelyk te houden had bracht hem in de war.

En zou een mensch geen struiken uit den grond vloeken, als hy bedenkt, dat, om een deel Huichelaars, Benjamins en Slimpslampen, zulke vrome Godvreezende menschen beschimt en versmaat worden. Ja, zo eene Styntje zou eene Martelares geworden zyn.

De oorzaak van deze schynbare onverschilligheid lag in gewoonte, en in afwezigheid van tegenstand. Wie kwaad van 't afgodsbeeldje gesproken had, zou 't zeker by Styntje moeielyk te verantwoorden gekregen hebben, maar nu hieraan niet gedacht werd, behandelde ze haar Jézekie met niet meer omslag dan elk ander voorwerp van metaal dat ze reinigde, schuurde, wreef en oppoetste.

Zie daar, Juffrouw Willis, nu ben ik een man, die met een Dominé wel eens over een Kapitteltje harwar, maar ik was stom; zo sprak dat brave Styntje Doorzicht. Eindlyk sprak ik eens recht myn hart uit, en ik drukte haar de hand. Myn Heer, gy zyt een Zoon van den vromen Aartsvader Abraham; gy wandelt voor Gods aangezichte, en zyt oprecht; een vroom Israëliet, in wien geen bedrog is.

Wou ie wat, jongeheer? vroeg Styntje die juist de kamer binnentrad, en Wouter's grondig onderzoek niet best begreep. Neen, o neen, juffrouw, volstrekt niet! antwoordde hy bedremmeld. 't Is maar dat... dat ik... Als u iets mankeert... we hebben haarlemmer-olie in huis. Dank u, dank u. 't Was maar dat ik... dat m'n voet slaapt. D

Wouter verhaalde een-en-ander van 't voorgevallene, maar slaagde er niet in, Styntje begrypelyk te maken wat er eigenlyk geschied was. Hoofdzaak voor haar was en bleef paters reis naar Haarlem. Als-i maar geen kou vat, mymerde zy halfluid, of... 't Is mooi weer, juffrouw, zei Wouter.

Je moet hem zeggen dat de jongen die daar zooeven met z'n derriére... Zoo vertel ik, maar Styntje sprak hollandscher, bondiger, korter en beter. ...de jongen die zoo-even met z'n... zitwerktuigen dan, in 't venster van de kerk zat... 'n luiwammes is-i, 'n doeniet, 'n rekel! Zeg dat aan pater. Eerst was-i 'n blinde... jawel, zoolang-i 'n zusje had, dat hem leien kon.

De fondsen van z'n belofte aan Styntje daalden vreeselyk. Wie toch kan aan preeken en spaarzaamheid denken, als er zóóveel te verdienen valt met ut, re, mi, fa, sol? Toch vond-i de zaak niet heel helder, en gaf te kennen dat 'n beetje nadere toelichting niet overbodig wezen zou. Op haar schoot, m'nheer? Ja. 'n Aartshertogin? Ja, van Oostenryk. Maar, m'nheer, hoe is dat mogelyk?

Uw huis is een Bethel, Zuster, een Nieuwkerk, laten wy dan blyde zyn: drink, Vriendinnetje, je bent al te bedroeft geweest en je leven is den Sionieten dierbaar. Nu moet je weten, Styntje, dat ik niets verdragen kan; myn hoofdje is zo zwakjes, zo zwakjes: och ja! en toen raadden zy my wat te gaan liggen, en dat deed ik. ô Wat bezorgden zy my! maar ik was danig bedwelmt.