United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij maakt melding van een brief die in 1632 de Prins in handen kwam, en waarin "sekere joffrou van aensien" omtrent haar nicht een-en-ander minder lofwaardigs voorstelde; als hij "de jonckvrouwe noemde, ick geloove datse aen u en andere wel bekent soude wesen."

Dat ge zoo verdienstelyk waart? Zoo-even vertelde ik reeds een-en-ander ... Zoo heet ik. Ja zoo heet ge, en dat zyt ge! Nu, ik deelde iets over uwe nederigheid aan m'n lezers mee. We zullen haar echter niet ontzien.

Wouter verhaalde een-en-ander van 't voorgevallene, maar slaagde er niet in, Styntje begrypelyk te maken wat er eigenlyk geschied was. Hoofdzaak voor haar was en bleef paters reis naar Haarlem. Als-i maar geen kou vat, mymerde zy halfluid, of... 't Is mooi weer, juffrouw, zei Wouter.

Hoe juffrouw Laps door vuur van de straat verhinderd werd deze voorwaarde te breken. Een-en-ander over de kalmte van beschermengelen. Tast jy maar gerust toe, m'n jongen, en seneer je niet! Of wil je misschien eerst je jasjen uittrekken, want daar je nu toch van-nacht hier blyft, zieje, om op me te passen... Wouter hield z'n jasje voorloopig aan.

We kunnen nu overgaan tot de schepping der wereld. In Genesis I vers 27, zien we den mens verschynen. Dat was zoo'n groote kunst niet, en wel beschouwd is Adams verdienste in dit opzicht bitter klein. Gy, Adam II, vergenoegdet u niet met de verschyning ... ge zaagt in, dat men iets wezen moest, en liet u dykgraaf maken, en lid van ... een-en-ander. Maar ik wist inderdaad niet ...

De andere helft is bezig met geen schoenen te mogen poetsen ik heb u, dykgraaf, baron, en lid van ... een-en-ander ... Ook van 't Bybelgenootschap ... Ook van 't bybelgenootschap! Ik heb u ... een-en-ander te zeggen. Ik groet u met den naam van ... een-of-ander. Niet waar, 'n mens moet iets zyn? Heel juist! En niet alleen iets, maar zelfs ... een-en-ander. Ge zyt dus ... Dykgraaf? Ge zyt lid ...

BERNICK. Hoor eens, Rummel, daar wil ik niets mee te maken hebben. RUMMEL. Ja, het is nu te laat; over een half uur hebben wij ze hier. BERNICK. Maar waarom heb je mij daar vooruit niets van gezegd? RUMMEL. Juist omdat ik bang was dat je er iets tegen zoudt hebben. Maar ik heb met je vrouw gecomplotteerd. Zij stond mij toe een-en-ander te arrangeeren en zal ook voor ververschingen zorgen.

Hier, Dina, neem jij de châle mee van mijn vrouw en ga met haar meer. Johan blijft bij mij, Betty-lief. Ik moet nog eens het een-en-ander hooren over de toestanden daarginder. MEVR. BERNICK. Goed! Maar kom gauw weer bij ons; je weet waar wij te vinden zijn. Johan, nu zijn wij alleen: laat mij je nu eens danken. JOHAN. Ach wat!

Misschien herinnert zich de lezer 't portret van den baron Van Een-en-ander, dat ik tentoonstellend aan den wand hing in m'n "Specialiteiten." Ook daar schetste ik een nietig wezen. Welnu, zoo'n Een-en-ander-baron is by den hier bedoelden Kopperlith vergeleken, 'n ware Humboldt, 'n Kroesus naar den geest. Die oude baron beteekende zeer weinig, omdat-i slechts ... een-en-ander was.

Daarna ... waarachtig, FRITS wèrd een-en-ander! En, toen dat een-en-ander hem verveelde, als vroeger 't klein eindje zeeleven dat-i byna niet geleid had, toen hy met voorvaderlyke nederigheid begon te bemerken: dat hy in-weerwil van z'n iets, nog altyd nagenoeg niemendal was, dat-i de «booien» in den weg liep, dat z'n vrouw hem aanzag voor 'n keukenpiet, dat de tuinluî hem lastig vonden,