United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Sul! die menschen hebben de melk immers toch al besteld en genomen," zei Sien. En Ant vroeg, of ze soms dacht, dat twee deftigheden en een keukenvol booien met die ééne liter melk van haar geen raad zouden weten?

"Dat's waar," zeide Geert: "ik hield mijn fatsoen onder 't volk; maar hoe lang had ik ook het huis gekend en bestierd; en dan Mevrouw zaliger, die vertrouwde mij alles, en die wist ook wel, wat zij deed, maar zoo een malle Leen: want zoo heeten haar de booien in de wandeling...." "Geert!" zeide Ulrica: "ik hou niet van die bijnamen.

"Ieder zijn vak!" zei Krisje; zoodat mevrouw bij het tweede gelui terwijl ze zich steeds met haar waaier zocht te verkoelen opstond; iets van "die booien!" prevelde, de gang betrad, en de voordeur die voor een tochtje was opengelaten naderende, al spoedig voor den angstigen Geurt stond. "Wat wil je zoo haastig vriendje?" vraagde mevrouw.

Daarna ... waarachtig, FRITS wèrd een-en-ander! En, toen dat een-en-ander hem verveelde, als vroeger 't klein eindje zeeleven dat-i byna niet geleid had, toen hy met voorvaderlyke nederigheid begon te bemerken: dat hy in-weerwil van z'n iets, nog altyd nagenoeg niemendal was, dat-i de «booien» in den weg liep, dat z'n vrouw hem aanzag voor 'n keukenpiet, dat de tuinluî hem lastig vonden,

De booien hier wenschen al, dat het twaalf uren in den nacht ware." "En dat waarom?" vroeg hem de Baron. "Wel! dan was de Sabbat om, en zij zouden kunnen beginnen om het huis onderstboven te keeren en overal bloemkransen, eerepoorten, festoenen en loovertakken te plaatsen." "Ik wou ook dat ik het al zag," zeide Reede: "Ik weet niet wat er aan hapert, maar ik ben niet op mijn gemak.

Als mijnheer die veel in Den Haag op de kamers van de regeering moest zijn te huis was, dan deed die het, maar och hechie! daar hadt je niet de helft aan; mevrouw zei altijd dat men in een goed huishouden geregeld des morgens, "iets goeds" moest lezen en dat het onvergeeflijk was indien heeren en vrouwen aan hunne booien, daar ze over gesteld waren, die lezing onthielden; en ze had wel gelijk, daarom, als Koendert en ikke 's Woensdags en 's Zaterdags de werkvrouw hebben dan roepen wij ze ook altijd om 't lezen te hooren, maar och Heere! wij kunnen 't bij lange na niet zóó als onze goeje mevrouw.

Bij dat alles zag zij de keuken aan de Veerbrug, de smetloos geschuurde, withouten tafel, zoo gaaf en glad als witte zijde, en de drie brandheldere booien daarrond, met 'r glanzig gepepen tulemutsjes op 't preutsch-precieze haar, bezig te ontbijten.... één ervan was nog heel jong, zeventien jaar misschien.

Heb je misschien 't een of ander dat je droefgeestig stemt? of...." "Ik August? Wel nee!" "'t Kon wezen Coba. De booien zijn soms onaardig. Weegt het bestier van de huishouding je ook wat zwaar?" "Nee August, volstrekt niet." "Toch komt het me voor...."

's Morgens als 't ontbijt was afgeloopen, dan moesten wij booien altijd binnenkomen en dan las zij ons uit een godsdienstig boek, ja soms ook wel eens de Bergrede of een gelijkenis van den Heere Jezus voor, och, en dat deed zij zoo mooi, dat het was alsof je er bij waart.

Ja, omdat m'n vrouw zei dat het rondslenteren van 'n man in huis, zoo lastig was voor de booien, en dat m'n gekibbel met de tuinknechts 't humeur bederft. Ook heb ik aanleg tot zwaarlyvigheid. Dit was zoo. We zagen dien buik reeds optreden als getuige tegen de mogelykheid van geldgebrek. Ik werd wat dik.